Injectie in het oog

(intravitreale injectie)

Injectie in het oog

Een intravitreale injectie is een injectie met een medicijn in het glasachtig lichaam van het oog. We doen dit als er door groei en lekkage van bloedvaten vocht en bloed is opgehoopt in het centrale deel van het netvlies (de macula of gele vlek).

 

Deze ophoping van vocht en bloed in de gele vlek zien we bijvoorbeeld bij de natte vorm van maculadegeneratie (slijtage van de gele vlek, meestal door ouderdom), suikerziekte (diabetes mellitus) of na een vaatafsluiting in het oog (trombose).

Klachten

Ophoping van bloed of vocht beschadigt de lichtgevoelige cellen in het netvlies waardoor het zicht vermindert. Ook kunt u last krijgen van vervorming van het beeld.

Behandeling

Doel van de injectie

Het doel van een intravitreale injectie – meestal met het medicijn Avastin®, Lucentis® of Eylea® – is om de groei en lekkage van deze vaatjes tot stilstand te brengen. Als het medicijn aanslaat, verdwijnen bloed en vocht uit de macula. Dit vertraagt de achteruitgang van het zicht.

Bij een intravitreale injectie krijgt u via een prikje in de oogbol het medicijn toegediend in de vulling van het oog. We noemen dit ook wel het ‘corpus vitreum’ of het glasachtig lichaam. Het aantal injecties dat u krijgt, is afhankelijk van de diagnose.

Verdoving

We verdoven uw oog met druppels. Deze geven we enkele minuten voor de ingreep in het oog. Het oog blijft bij deze vorm van verdoven beweeglijk. Het is belangrijk dat u tijdens de ingreep de instructies van de oogarts opvolgt. Begeleiders kunnen bij de behandeling niet aanwezig zijn.

De ingreep

De oogarts voert de ingreep uit. Het duurt ongeveer 5 minuten. Het oog wordt ‘gepoetst’ met een desinfecterende vloeistof, waarna de oogarts een ooglidspreider plaatst om de oogleden open te houden.

De oogarts vraagt u een bepaalde richting op te kijken. Vervolgens geeft hij/zij de injectie met een klein naaldje in het oogwit. U kunt een klein prikje voelen. Na de prik krijgt u wat gel in het oog ter verzachting.

Na de behandeling

Na de laatste injectie krijgt u een afspraak op de polikliniek Oogheelkunde om te bepalen wat het effect van het medicijn is en om het verdere het beleid met u te bespreken.

Naar huis

Na de injectie kunt u direct weer naar huis. Houd er rekening mee dat u tijdelijk wazig zult zien met het behandelde oog. Zorg er daarom voor dat iemand u na de ingreep naar huis brengt. U kunt zelf niet autorijden.

Bijwerkingen

  • U kunt zwarte bolletjes in het oog zien verschijnen. Dit is normaal.
  • U kunt een rood, pijnloos vlekje bij de injectieplaats op de oogbol krijgen. Dit is een onschuldige, oppervlakkige bloeding.

Neem direct contact op met de polikliniek Oogheelkunde als het behandelde oog:

  • rood en pijnlijk is
  • lichtschuw is
  • als u met het behandelde oog minder goed ziet