Zorg afgestemd op uw pasgeboren baby

Een baby die op tijd geboren is, kan zelf in foetushouding gaan liggen. Een te vroeg geboren baby kan dit vaak nog niet. Wij geven geborgenheid door de ruimte in het bedje van uw baby kleiner te maken. We maken een soort nestje om de baby heen. Als dat kan dekken we uw baby toe met een zachte doek. Zo lijkt het op de foetushouding in de baarmoeder. Dat voelt veilig en vertrouwd. Op de afdeling hebben we verschillende materialen om uw baby te ondersteunen.

We ondersteunen uw baby tijdens de verzorging zoveel mogelijk. We helpen hem of haar om in foetushouding te kunnen liggen. De verpleegkundige of u als ouder houdt een hand bij het hoofd en houdt de benen gebogen. Zo begrenzen we uw baby, net als in de baarmoeder. Ook de ellebogen en handen kunnen begrensd worden als dat nodig is.

Bloedprikken of een infuus inbrengen kunnen pijnlijk zijn. Uw baby krijgt dan suikerwater (surcrose) en een fopspeen. Dit maakt de pijnprikkel kleiner bij baby’s die pasgeboren zijn.

Elke baby heeft zuigbehoefte. Dit geeft een veilig gevoel, want dit deed uw baby in de buik ook. Vaak hebben te vroeg geboren kinderen een fopspeen nodig voor de zuigbehoefte en om troost te krijgen. De afdeling heeft passende speentjes voor baby’s die te vroeg geboren zijn. Natuurlijk kunt u na een tijdje ook eigen speentjes meenemen.

Licht en geluid kunnen voor stress zorgen. En ze verstoren het slaapritme van uw baby. Over de dichte couveuse plaatsen we daarom een doek. Zo is het donker in de couveuse. De doek zorgt ook dat er minder geluid binnenkomt.

Tussen de 34 en 35 weken leggen we de zijkanten van de doek omhoog. Zo kan uw baby wennen aan een beetje licht. Rond de 35 weken kunnen veel baby’s overstappen naar een wieg met een hemeltje. Ook een hemeltje zorgt voor geborgenheid en minder prikkels van licht en geluid.

In de nacht gaan de lampen op de afdeling zoveel mogelijk uit. We proberen zo min mogelijk geluid te maken. We praten en lopen zachtjes en doen de deurtjes van de couveuse zo zacht mogelijk dicht.

We willen uw kindje zoveel mogelijk rust geven en zo weinig mogelijk prikkels. Handelingen die we moeten doen bij uw baby doen we daarom zoveel mogelijk tegelijk met een voedingsmoment. Denk aan het verschonen en verzorgen. Maar ook medische handelingen, zoals onderzoek en het afnemen van bloed.

Wij ondersteunen en begeleiden u bij de zorg voor uw baby. Zo leert u voor uw baby te zorgen en de handelingen die wij doen (deels) zelf te doen. Dat is belangrijk voor een goede hechting met uw kind.

Bij huid-op-huidcontact heeft uw baby alleen een luier aan en ligt het op uw blote bovenlichaam. Uw baby wordt toegedekt met een molton en neemt de warmte van uw lichaam over. Het geluid van uw hart, ademhaling en stem herinnert de baby aan de tijd in uw baarmoeder. Dit geeft een groot gevoel van geborgenheid en veiligheid. Daardoor komt uw baby tot rust. We noemen dit ook wel buidelen of kangoeroeën. Wij adviseren dit minstens één keer per dag te doen, minimaal een uur. Vaker kan altijd, als dat ook met de gezondheid van uw kind kan. De verpleegkundige kan u daarover advies geven.

Praat het liefst zachtjes tegen uw baby. De baby heeft uw stem in de baarmoeder al leren kennen en wordt hier rustiger van. U kunt ook zachtjes een verhaaltje vertellen, voorlezen of een liedje te zingen. Praat niet te veel met bezoek waar uw baby bij is. Voor langere gesprekken kunt u beter naar een andere plek gaan.

Zorg voor een omgeving met gedempt licht, ook tijdens het huid-op-huidcontact. Hierdoor kan de baby makkelijker oogcontact maken.

U kunt een doekje een deel van de dag met u meedragen op uw blote borst. Leg het daarna bij uw baby. Dit stelt uw baby gerust als u er niet bent. Gebruik niet te veel parfum, want dan is de geur van uw lichaam niet meer goed te ruiken.

• Troost uw baby als hij of zij huilt. Doe dit door zacht te praten en uw handen stevig op uw baby te leggen. Bijvoorbeeld op de billen of benen en bij het hoofd. Uw baby voelt zich dan snel veilig.
• Aaien kan een baby vervelend vinden, omdat dit veel prikkels geeft.
• Zuigen is voor een baby een natuurlijk middel om troost te vinden. Baby’s doen dit al in de buik. Daardoor voelt het vertrouwd en veilig. Een fopspeen kan helpen bij het troosten.

Wij gebruiken een zachte doek bij het in bad doen en wassen. Wikkel uw baby tijdens het in bad doen in een doek en houd de baby goed vast. Leg de voetjes tegen de rand van het badje. De baby kan zich dan niet veel bewegen in het warme water. De baby zal zich veilig voelen door de herinnering aan de tijd in de baarmoeder. De eerste keren helpen we u hierbij. Als uw baby ouder wordt, is het niet meer nodig om een doek te gebruiken. Dan houdt uw baby zichzelf warm genoeg.

U mag uw eigen hydrofiele luiers, katoenen dekentjes en knuffel gebruiken bij uw baby. Zorg wel dat ze eerst gewassen zijn en was ze daarna elke week.

Een zacht muziekdoosje kan buiten de couveuse of aan de wieg worden gehangen. Als u die regelmatig aanzet, wordt het een vertrouwd geluid. Ook als u straks weer thuis bent. Het kan dan rust en troost bieden in een omgeving die nieuw is voor uw kindje.

U mag een telefoon gebruiken op de afdeling. Het is geen probleem om foto’s te maken van uw eigen baby. Gebruik uw telefoon verder zo min mogelijk als u samen met uw baby bent. Zo zorgt u niet voor prikkels en kunt u het beste van het contactmoment genieten.

U kunt dit bijvoorbeeld zien door:

• een ontspannen uitdrukking op het gezicht
• de gezichtsspieren die bewegen (mimiek)
• open handjes met ontspannen vingertjes, dichtbij het hoofdje
• roze kleur
• regelmatige ademhaling
• ontspannen slaap
• als hij of zij rustig ligt te sabbelen
• als hij of zij naar u kijkt, al is het maar kort
• als hij een vinger, doekje of knuffel vastpakt

U kunt dit bijvoorbeeld zien door:

• huilen of jammeren
• rug naar achter krommen (overstrekken)
• wenkbrauwen fronsen
• vingers en tenen spreiden
• armen en benen strekken in de lucht
• trillende bewegingen
• ontwijkende blik
• als hij of zij met de voetjes naar begrenzing zoekt