Platvoeten

Platvoeten

Klachten

Bij een platvoet (ook wel doorgezakte voet) is het boogje aan de binnenkant van de voet, het zogenaamde “mediale gewelf”, ingezakt of verdwenen. Hoewel op kinderleeftijd een platvoet een normaal beeld is, kan een platvoet bij volwassenen klachten geven.

Platvoeten komen in twee soorten voor: in de soepele vorm of in de starre vorm. In veel gevallen betreft het soepele platvoeten. In dit geval heeft u alleen platvoeten, wanneer u met beide benen op de grond stilstaat. De voet neemt een normale vorm aan wanneer u op uw tenen gaat staan of wanneer u uw grote teen omhoog steekt. In het geval van soepele platvoeten heeft u doorgaans geen klachten. Soms geeft een soepele platvoet wel pijnklachten aan de binnenzijde van uw voet en kramp in het been, vooral ‘s nachts.

Bij een starre platvoet blijft uw voet vlak onder alle omstandigheden en heeft u pijnklachten aan uw voet. Die pijn trekt door naar de enkel. Een andere klacht die kan voorkomen is een suf gevoel in uw voeten of onderbenen.

Diagnose en behandeling

Onze orthopeden zullen bij het stellen van de diagnose uw voet inspecteren en kijken hoe u loopt en hoe uw voet buigt. Eventueel vraagt onze arts ook naar blessures aan uw voeten in het verleden. Als starre platvoeten worden vermoed kan onze arts besluiten om röntgenfoto’s te laten maken.

Als de soepele platvoet geen klachten geeft, hoeft er niets aan gedaan te worden. Indien u pijnklachten ondervindt kunnen steunzolen in de schoenen worden aangemeten om de platvoeten te corrigeren. De podotherapeut of orthopedische schoenmaker kan deze zolen aanmeten.

Ook de starre platvoet hoeft u niet behandeld te worden als u geen klachten heeft. Indien u wel klachten heeft is het gebruik van steunzolen voldoende om de klachten tegen te gaan. In sommige gevallen kan besloten worden om over te gaan tot een operatie. Welke operatie uitkomst biedt bij een platvoet hangt af van de oorzaak.

Als de achtervoet nog goed kan bewegen, kan een operatie gekozen worden die de belangrijke gewrichten in de achtervoet spaart. Dit is vaak het geval bij een platvoet veroorzaakt door een niet goed functionerende pees aan de binnenkant van de enkel of voet. Dit wordt het Posterior Tibial Tendon Dysfunction syndroom (PTTD) genoemd. Bij deze operatie wordt een combinatie van peesverplaatsingen en -versterkingen uitgevoerd met standscorrecties van botten. Bij een pijnlijke, stugge platvoet (veroorzaakt door bijvoorbeeld artrose, reumatoïde artritis of een vergevorderde afwijking door PTTD) wordt vaak een operatie gekozen waarbij gewrichten in een verbeterde stand worden vastgemaakt in de achtervoet.

Nabehandeling

Voor vrijwel alle operaties van een platvoet is een korte opname van gemiddeld twee dagen nodig. Het onderbeen wordt in het gips gezet en mag de eerste zes weken niet belast worden. Vervolgens is nog zes weken loopgips nodig met aansluitend fysiotherapie. Bij de fysiotherapie leert u de verplaatste pezen weer te gebruiken, kracht te herwinnen aan de geopereerde voet en te lopen met een normaal afwikkelpatroon.