Schildwachtklierprocedure

Schildwachtklier­procedure

Borstkankercellen of melanoomcellen kunnen losraken van de tumor. In de lymfeklieren kunnen ze uitgroeien tot een uitzaaiing. Via de schildwachtklierprocedure sporen we de eerste lymfeklier op waar een tumor kan uitzaaien. Die gaan we onderzoeken om te kijken of er uitzaaiingen inzitten.

 

De schildwachtklier vormt de toegang tot de andere lymfeklieren. Vandaar ook de naam schildwachtklier. Als de patholoog in deze klier tumorcellen vindt, bestaat de kans dat ook andere lymfeklieren zijn aangetast. Het kan dan nodig zijn ook andere lymfeklieren in dat gebied te behandelen.

In het verleden haalden we bij alle patiënten met borstkanker alle lymfeklieren uit de oksel. Die behandeling kan vervelende bijwerkingen hebben. Nu halen we eerst de schildwachtklier weg en onderzoeken die op tumorcellen. Daardoor is het weghalen van alle lymfeklieren uit de oksel vaak niet nodig.

Voorbereiding

Voor de schildwachtklierprocedure is geen speciale voorbereiding nodig. Laat ons wel weten als u (misschien) zwanger bent.

De behandeling

Schildwachtklier opsporen

Op de afdeling Nucleaire Geneeskunde spuiten we een klein beetje radioactieve stof in. Dit doen we bij borstkanker vlak achter de tepel. Bij een melanoom rond de huidtumor of rond het oude litteken ervan. Deze prik kan even pijnlijk of gevoelig zijn. De radioactieve vloeistof stroomt door de lymfevaten naar de schildwachtklier.

Met een scan kijken we in welk gebied de schildwachtklier zit. Deze scan maken we ongeveer twee uur nadat we de radioactieve vloeistof bij u ingespoten hebben. Bij borstkanker zit de schildwachtklier meestal in de oksel. Een enkele keer naast het borstbeen. Bij een melanoom zit de schildwachtklier meestal in de oksel of lies. Dat ligt aan waar het melanoom zit.

Bij ongeveer vijf procent van de patiënten vinden we de schildwachtklier niet. Dit zegt niets over of er wel of geen uitzaaiingen zijn.

Schildwachtklier weghalen

Op de dag van de schildwachtklierprocedure of één dag erna doen we de operatie. Eerst brengen we u onder narcose. Daarna spuit uw chirurg in het gebied van de tumor of bij het oude litteken een klein beetje blauwe vloeistof in. Deze kleurstof stroomt door naar de schildwachtklier en kleurt die blauw. Met een kleine operatie kunnen we de schildwachtklier nu weghalen. De chirurg spoort de juiste klier op met een detector die radioactiviteit herkent. De operatie duurt ongeveer een halfuur.

Na de behandeling

De uitslag

De patholoog kijkt onder de microscoop of er tumorcellen in de schildwachtklier zitten. Ongeveer een week na de operatie komt u bij uw chirurg op de polikliniek voor de uitslag. Dan bespreekt u ook samen de verdere behandeling.

Mogelijke problemen

  • U krijgt maar een heel klein beetje radioactieve vloeistof ingespoten. Deze hoeveelheid geeft geen bijwerkingen en is niet gevaarlijk voor u uw omgeving.
  • De blauwe vloeistof die we bij u inspuiten kan de huid verkleuren. Die verkleuring kan een paar maanden tot een jaar te zien blijven. Het lichaam scheidt de blauwe vloeistof weer uit. Uw plas of ontlasting kan daardoor de eerste dag na de behandeling blauw of groen zijn.
  • Sommige mensen krijgen een allergische reactie van de blauwe of radioactieve vloeistof. Dit is zeldzaam.

Heeft u problemen na de behandeling? Neem dan contact met ons op. Buiten kantoortijden belt u met de afdeling Spoedeisende Hulp, T 088 753 15 60.