Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium (KCHL)

Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium (KCHL)

Per dag wordt van honderden patiënten materiaal onderzocht. Bloed- en urineonderzoek komen het meeste voor. Door het aantonen van stoffen als zouten, eiwitten en stofwisselingsproducten in lichaamsvocht is het mogelijk om ziekten aan te tonen of uit te sluiten. Het vakgebied dat zich daarmee bezighoudt, is de klinische chemie. Door verdergaande ontwikkelingen in de klinische chemie kunnen wij nu bepaalde ziektebeelden al in een vroegtijdig stadium opsporen en een ingezette behandeling nauwkeurig volgen. Bovendien kunnen analyses worden verricht ter preventie van ziekte of om een prognose te kunnen geven en om te zien of een behandeling zal aanslaan.

Verantwoordelijkheid

Vanaf het moment dat bloed of ander lichaamsvocht wordt afgenomen, totdat de uitslag van het onderzoek bij de arts arriveert, valt dit materiaal onder de verantwoordelijkheid van de klinisch chemicus of arts klinische chemie. Deze zorgt ervoor dat het juiste materiaal op de juiste wijze afgenomen, vervoerd en geanalyseerd wordt. Hij of zij geeft leiding aan de laboratoriumorganisatie, is verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking, verricht wetenschappelijk onderzoek en adviseert in speciale gevallen ook de aanvragend arts bij de behandeling. Er zijn bepaalde onderzoeken waar zeer specialistische kennis voor vereist is, bijvoorbeeld als het gaat om DNA en transplantatie. In de grotere laboratoria werken daarom vaak meerdere specialisten klinische chemie en hematologie die zich in een bepaald vakgebied hebben gespecialiseerd.

Lichamelijke klachten

Als u lichamelijke klachten heeft kan de huisarts of arts in het ziekenhuis, na een gesprek en een lichamelijk onderzoek, besluiten tot laboratoriumonderzoek. Met een aantal bepalingen in het bloed of de urine kunnen veel ziekten worden opgespoord of juist uitgesloten. Op basis van dit eerste onderzoek kan de huisarts of de specialist besluiten tot vervolgstappen. Met bloed- en urineonderzoek kunnen ook risicofactoren bepaald worden voor bepaalde ziektes.

Het bloedonderzoek

Elk mens heeft vijf tot zes liter bloed in zijn lichaam. Elke minuut wordt het bloed een keer rondgepompt. Bloed transporteert bouw- en afvalstoffen van en naar de organen en vervoert warmte en zuurstof door het lichaam. Bij bloedonderzoek wordt bloed onderzocht om een aandoening op te sporen. Dat kan doordat bepaalde stoffen bij bepaalde ziektes te veel of te weinig in het bloed voorkomen. Met een bloedonderzoek wordt bijvoorbeeld gekeken of er sprake is van infectie/ontsteking, bloedarmoede, suikerziekte of een schildklieraandoening. Neem een kijkje in de eLabgids als u meer wilt weten over specifieke analyses.

Meestal wordt het bloed afgenomen door een bloedprik. Hierbij wordt een naald via de huid in een ader gestoken en wordt met enkele vacuümbuisjes bloed opgezogen, meestal vijf tot tien milliliter. De aderen aan de binnenkant van de elleboog zijn hier het meest geschikt voor. Vervolgens onderzoeken laboratoriumspecialisten en analisten uw bloed op de best mogelijke manier.

Het urineonderzoek

Urine voert afvalstoffen af uit het lichaam. Er wordt door ons lichaam gemiddeld zo’n 1,5 liter urine per dag geproduceerd. Onderzoek van een urinemonster kan helpen bij het stellen van bepaalde diagnoses. Door urineonderzoek kunnen stofwisseling- en nierziekten worden opgespoord. Evenals bij het bloed, komen hierbij bepaalde stoffen te veel of juist te weinig voor in de urine. Vaak is dit een indicatie voor een bepaalde ziekte.

U levert zelf een potje met urine in op een van onze bloedafnameposten. De urine moet zo vers mogelijk zijn op het moment dat u het inlevert. Van uw arts krijgt u een potje dat speciaal bestemd is voor het opvangen en bewaren van urine. Soms krijgt u een bokaal mee voor het sparen van urine gedurende 24 uur.

Welke stappen doorloopt een monster op het lab?

Na goede identificatie van de patiënt en afname van het bloed of de urine, wordt het lichaamsmateriaal gemerkt met een uniek (barcode)nummer. Daarna begint de voorbewerking van het monster. Voor veel analyses moet het bloed bijvoorbeeld worden gecentrifugeerd om de bloedcellen te scheiden van het plasma dat vooral water, eiwitten en zouten bevat. Het materiaal wordt vervolgens geanalyseerd. Dat gebeurt voor een groot deel met behulp van apparatuur (veelvoorkomende analyses) maar gaat deels nog met de hand (speciale analyses).

De meeste bepalingen worden binnen één werkdag afgehandeld. Bij sommige bepalingen worden de monsters ingevroren en bewaard en bijvoorbeeld eens per week geanalyseerd. Heel soms wordt een bijzondere bepaling verzonden naar een gespecialiseerd laboratorium. In dat laatste geval kan de uitslag enkele weken op zich laten wachten. Zodra de uitslag bekend is wordt deze doorgegeven aan de aanvragend arts. Dit gebeurt meestal elektronisch via de computer. Uitslagen die sterk afwijken worden direct telefonisch gerapporteerd. De arts bekijkt en interpreteert de uitslagen en brengt deze in verband met uw klachten en eventuele andere onderzoeken. Als patiënt krijgt u de uitslag daarom nooit rechtstreeks.

Openingstijden en bereikbaarheid

Voor het afnemen van bloed of het inleveren van een potje met urine kunt u onder andere terecht bij de bloedafnamepost van Tergooi MC. U vindt ze niet alleen in Tergooi MC maar ook op verschillende plekken in de regio, dichtbij huis.

Kinderen

Met uw kinderen die jonger zijn dan 8 jaar kunt u voor bloedafname terecht bij onze bloedafnamepost in Tergooi MC. Deze groep kinderen vindt het vaak erg spannend. We geven ze daarom rond de bloedafname graag wat extra aandacht.

Met uw kinderen die ouder zijn dan 8 jaar kunt u voor bloedafname gewoon terecht bij alle bloedafnameposten van Tergooi MC.

 

Ons team

Informatie over aandoeningen, onderzoeken en behandelingen

Patiënteninformatie
van deze afdeling