Aderlating

flebotomie

Aderlating (flebotomie)

Bij aderlaten nemen we bloed af met een infuus. Dat doen we om de hoeveelheid rode bloedcellen te verminderen. Of het ijzergehalte in het bloed. Uw arts bepaalt of u een aderlating nodig heeft.

 

We kiezen voor aderlating:

  • bij stapeling van ijzer in het bloed. Door aderlaten wordt de hoeveelheid ijzer in het bloed minder.
  • als u te veel rode bloedcellen aanmaakt. Door aderlaten neemt het aantal rode bloedcellen in het bloed af.

Voorbereiding

Het is niet nodig om u op een speciale manier voor te bereiden op de behandeling. Zorg wel dat u voor de behandeling goed gegeten en gedronken heeft.

Behandeling

Voordat het aderlaten begint, meten we eerst de bloeddruk. Vervolgens prikt een laborant een naald in een bloedvat in uw arm. Die naald blijft tijdens het aderlaten zitten. Dit doet meestal geen pijn.

De naald is verbonden met een zak die het bloed opvangt. Meestal nemen we ongeveer 500 ml bloed af. Dat ligt aan de afspraken die met de arts zijn gemaakt. Dit duurt ongeveer vijftien minuten. In totaal bent u ongeveer een uur tijd kwijt voor de behandeling.

Na de behandeling

Als de aderlating klaar is, haalt de laborant de naald weg. U krijgt een drukverband. Daarmee is de kans op nabloeden kleiner.

Na de behandeling blijft u nog ongeveer twintig tot dertig minuten liggen of zitten. Anders kunt u duizelig worden. We raden u aan in die tijd iets te eten en te drinken. Daarna meten we nog een keer uw bloeddruk. Als die in orde is en u voelt zich goed, kunt u weer naar huis.