ADHD en ADD

bij kinderen

ADHD en ADD bij kinderen

ADHD-klachten komen veel voor. De naam ADHD komt uit het Engels. De letters staan voor Atttention (Aandacht) Deficit (Tekort) Hyperactivity (Hyperactiviteit) Disorder (Aandoening). Mensen met ADHD zijn snel afgeleid. Ook kan iemand met ADHD druk zijn en zich onrustig voelen. Bij ADD heb je dezelfde klachten. Alleen ben je dan vaker dromerig in plaats van erg actief. Voor het gemak spreken we in deze tekst verder alleen over ADHD.

 

Luister ook de podcast 3×7 bij de dokter: 7 vragen, 7 antwoorden en 7 tips over ADHD.

Klachten

Hoeveel last kinderen van hun ADHD hebben, kan erg verschillen. Sommige kinderen hebben een beetje last. Anderen veel meer. De klachten hebben vooral te maken met aandacht en hyperactiviteit. Het is soms moeilijk de aandacht ergens bij te houden. Bijvoorbeeld opletten in de klas of werk afkrijgen. Hyperactiviteit betekent dat je je onrustig voelt en druk bent. Dan kan een gevoel in je hoofd zijn. Of je hebt moeite met stilzitten. Soms doe je dingen al voor je er goed over nagedacht hebt. Mensen om je heen begrijpen dit niet altijd goed.

Problemen bij ADHD komen het meest voor als je naar school gaat. Want daar moet je stilzitten en leren. Jongens hebben meer last van hyperactiviteit. Meisjes zijn vaak drukker in hun hoofd. Hierdoor wordt ADHD bij meisjes vaker niet gezien. Als je later gaat werken, kun je een baan kiezen die goed bij je past. Dan gaat het vaak een stuk beter met je.

Oorzaken

Je hersenen maken de stofjes dopamine en noradrenaline aan. Die heb je nodig om je goed te kunnen concentreren. Maar ook om signalen en stroompjes goed door je hersenen te laten lopen. En om prikkels te filteren. Het lijkt erop dat er bij ADHD te weinig van deze stofjes zijn op het moment dat je ze nodig hebt.

Bij ADHD werkt je filter voor prikkels dus minder goed. Daardoor komen belangrijke en minder belangrijke prikkels allemaal even hard je hersenen binnen. Dit geeft onrust in je hoofd en een gevoel van chaos. Hierdoor kun je drukker worden en je minder goed concentreren.

Van de 100 kinderen onder de 16 jaar hebben er drie tot vijf ADHD. Als je ouder wordt, komt het minder vaak voor. ADHD is voor 70% erfelijk bepaald. Dit betekent dat het in de familie voorkomt. Als het niet bij jou thuis voorkomt, heb je misschien wel een oom, tante, neef of nicht die het heeft. Het kan ook een andere oorzaak hebben.

ADHD vroeger en nu

Het lijkt of ADHD nu meer voorkomt dan vroeger. De hersenen van mensen zijn niet veranderd. Wel herkennen we ADHD sneller dan vroeger. Ook is de wereld van nu anders. Alles gaat sneller, met meer prikkels. Denk aan alle prikkels die je krijgt van telefoon, tv en computer. In de snelle wereld van nu heb je eerder last van ADHD-klachten dan vroeger.

Onderzoek

Via de huisarts kom je voor onderzoek meestal eerst bij een psycholoog. Of bij een kinderarts of kinderpsychiater. Dat ligt aan waar je woont en of er wachtlijsten zijn. Het onderzoek bestaat uit gesprekken en het invullen van vragenlijsten. We onderzoeken hoe jij dingen kunt onthouden en je kunt concentreren. En hoe snel je iets beslist of kunt plannen. Ook je ouders moeten vragen over jou beantwoorden en vaak ook je juf of meester. Na de onderzoeken krijg je een uitgebreid verslag over jou en je ADHD-klachten. In dit verslag staan adviezen over wat voor jou het beste kan helpen.

Behandeling

Rust en regelmaat zijn erg belangrijk. Zorg voor structuur, overzicht en begeleiding. Ook helpt het om gezond te eten, te sporten en buiten te zijn. Als je ADHD-klachten hebt, kunnen we je helpen met psycho-educatie. Dit zijn trainingen voor jou, je ouders en je juf of meester. Soms krijg je ook medicijnen.

Psycho-educatie

Tijdens de psycho-educatie leren jij, je familie en je school hoe jullie het beste kunnen omgaan met ADHD-klachten. Jullie krijgen tips over wat bij jou het beste helpt. Sommige kinderen hebben bijvoorbeeld meer rust nodig. Andere kinderen juist meer structuur. Complimenten zijn ook belangrijk: het helpt als je hoort welke dingen je goed doet. Er zijn ook speciale trainingen waarbij je tips krijgt hoe je anders met bijvoorbeeld vriendjes kunt omgaan. Dit noemen we sociale vaardigheidstrainingen. Dit helpt echt.

Een koptelefoon, een wiebelkussen of een Study Buddy kunnen je ook helpen. Een Study Buddy is een soort kastje om je tafel, zodat je niet te veel wordt afgeleid. Het is belangrijk om bij vragen of veranderingen terug te gaan naar je psycholoog.

Medicijnen

Je kunt ook medicijnen krijgen voor ADHD. Deze pillen helpen je om je beter te concentreren en om minder druk of minder snel boos of verdrietig te zijn. De pillen geven we alleen als je veel last hebt van je ADHD-klachten. En als jij en je ouders deze medicijnen ook echt willen.

Voor ADHD zijn er verschillende pillen. Sommige werken kort, andere langer. We doen eerst altijd een behandeling op proef. Samen kijken we of de pillen goed voor jou werken en wanneer je ze nodig hebt. Later beslis je hoe je verder gaat. Sommige kinderen nemen de pillen alleen op school en niet in de weekenden of tijdens de vakanties. Andere kinderen nemen de pillen altijd. Als je de pillen een tijdje slikt, stop je soms om te kijken hoe het zonder gaat.

Als je medicijnen hebt voor ADHD, is het belangrijk om die in te nemen zoals is afgesproken. Soms is het even zoeken naar de juiste medicijnen. Bespreek dus goed wat werkt en laat weten of je last hebt van bijwerkingen.

Bijwerkingen medicijnen

De pillen kunnen soms klachten geven. Dit noemen we bijwerkingen. Sommige kinderen worden misselijk door de pillen. Of krijgen last van buikpijn of hoofdpijn of minder zin om te eten. Misselijk zijn, buik- en hoofdpijn gaan vaak na een tijdje over. Minder zin hebben om te eten blijft vaak wel. Je moet dan goed opletten dat je wel genoeg eet.

Veel kinderen met ADHD hebben moeite met in slaap vallen. Pillen maken dit soms erger. Het helpt om goede afspraken te maken rondom het slapen. Bijvoorbeeld:

  • op tijd stoppen met gamen
  • geen elektronica in bed
  • geen cola of energiedrankjes
  • een drukke dingen doen voor het slapen
  • voor het slapen een boekje lezen of rustig in bad zitten
  • Als dit allemaal niet helpt, kun je ook melatonine slikken.

Sommige kinderen voelen zich door de pillen soms verdrietig of niet helemaal zichzelf. Als de pillen uitgewerkt zijn, kun je even wat drukker of chagrijnig worden.

Bezoek aan de dokter

Het is belangrijk dat je goed contact houdt met je dokter. Laat weten wat voor jou het beste helpt en of je klachten van de pillen krijgt. Samen zoeken we dan naar de beste oplossing. De dokter kijkt ook of je goed eet en groeit. Bloedonderzoek hoeft niet. Soms maken we wel een hartfilmpje (ECG). Bijvoorbeeld als er in je familie hartziekten voorkomen of als je klachten hebt.
Pas op met alternatieve medicijnen. Niet alles wat natuurlijk is, is goed. Op dit moment wordt veel onderzoek gedaan naar wat voeding doet voor ADHD-klachten. We weten zo dat suiker géén invloed heeft op deze klachten.

Toekomst

Als je ouder bent, heb je vaak minder last van je ADHD-klachten. Je hebt geleerd wat bij jou goed werkt. Medicijnen kunnen je vaak door een lastige tijd heen helpen. Het is belangrijk dat je de juiste hoeveelheid krijgt en ze op het juiste moment inneemt. Anders is de kans groter dat je bijvoorbeeld gaat roken, blowen of gamen. Dit weten we uit ervaring. Ook bestaat de kans dat het dan niet goed met je gaat op school of met je vrienden en vriendinnen. Het is daarom belangrijk dat een psycholoog je goed begeleidt en controleert. Als je pillen slikt, is het belangrijk dat ook een dokter weet hoe het met je gaat.

Contact