Behandeling met bisfosfonaten

APD/zoledroninezuur

Behandeling met bisfosfonaten APD/zoledroninezuur

APD (pamidroninezuur) en zoledroninezuur zijn medicijnen die via een infuus worden toegediend. Het zijn zogenoemde bisfosfonaten: medicijnen die zorgen voor de juiste balans tussen cellen die bot afbreken en bot aanmaken. Normaal zijn deze twee soorten cellen in evenwicht. Soms raken ze uit balans. Bisfosfonaten kunnen dan helpen.

 

We gebruiken bisfosfonaten:

  • als het bot zwak wordt (osteoporose)
  • om de hoeveelheid calcium in bloed te verlagen als dat te hoog is door een kwaadaardige aandoening
  • bij uitzaaiingen in het bot
  • preventief om de kans op uitzaaiingen te verminderen bij borstkanker

Zoledroninezuur remt ook de groei van tumorcellen die eventueel nog aanwezig zijn. Zoledroninezuur zorgt dat de tumorcellen geen nieuwe bloedvaten meer kunnen vormen. Zo kunnen ze zich niet blijven delen. Daardoor kan pijn door schade aan het skelet afnemen. En beperken we verdere schade aan het skelet.

Gebruik

U krijgt APD en zoledroninezuur via een infuus. De arts beslist hoeveel u krijgt en wanneer u de infusen nodig heeft.

APD

Via een langzaam infuus wordt APD in uw ader toegediend. Hoe lang dat duurt, ligt aan hoeveel APD u krijgt:

  • APD 30 mg in 30 minuten
  • APD 60 mg in 60 minuten
  • APD 90 mg in 90 minuten

Daarna spoelen we nog ongeveer 10 minuten na met NACL 0.9% oplossing.

Zoledroninezuur

Zoledroninezuur krijgt u altijd in een standaard dosering van 4 mg. Het wordt in 15 minuten via een infuus in een ader toegediend. Daarna spoelen we nog ongeveer 10 minuten na met NACL 0,9% oplossing.

Wanneer wel of geen bisfosfonaten

U mag bisfosfonaten niet gebruiken als u een allergische reactie heeft gehad na APD/zoledroninezuur.

Zwangerschap en borstvoeding

Laat het uw arts weten als u tijdens de behandeling met APD/zoledroninezuur zwanger wordt of wilt worden.

We raden af om borstvoeding te geven als u bisfosfonaten krijgt. Het werkzame middel gaat namelijk over in de moedermelk.

Oudere personen

Oudere patiënten kunnen bisfosfonaten normaal gebruiken als zij geen erge aandoening aan hun hart of nieren hebben.

Combinatie met andere medicijnen

Gebruikt u naast bisfosfonaten andere medicijnen? Overleg dat dan eerst met uw arts of apotheek.

Bijwerkingen

Op de dag van het infuus kunt u spierpijn krijgen en uw in het algemeen naar voelen. Bijwerkingen die het meest voorkomen, zijn:

  • korte tijd koorts
  • een griepachtig gevoel met rillingen
  • vermoeidheid
  • een algemeen naar gevoel

Bijwerkingen die minder vaak voorkomen:

  • korte tijd last van spier- en of gewrichtspijn
  • spierkrampen
  • pijn
  • roodheid en zwelling op de plaats van het infuus
  • last van maag of darmen (misselijkheid en spugen, buikpijn, verstopping, diarree)
  • minder zin om te eten
  • hoofdpijn
  • duizelig
  • slaperig of vermoeid
  • verward
  • onrustig
  • huiduitslag
  • jeuk
  • geïrriteerd oog
  • een andere smaak of geen smaak

Enkele patiënten krijgen allergische reacties. Denk aan een moeilijke ademhaling, zwelling van de lippen en tong of de bloeddruk die opeens daalt. Waarschuw dan uw arts. Doe dat ook als u een bijwerking krijgt die niet genoemd staat.

Niet autorijden

Bisfosfonaten kunnen bij sommige patiënten zorgen voor slaperigheid of duizeligheid. Vooral direct na een infuus. Krijgt u daar last van? Dan mag u niet autorijden, machines bedienen of andere dingen doen waar al uw aandacht voor nodig is.

Mogelijke invloed op het gebit

Zoledroninezuur kan invloed hebben op het bot in de kaak. Bot in het kaakbeen kan bloot komen te liggen. U kunt spontaan klachten krijgen of na een ingreep, zoals het trekken van tanden.

  • Laat voor u start met een bisfosfonaat uw gebit controleren bij uw tandarts. Blijf dat ook tijdens de behandeling regelmatig doen.
  • Laat het de arts die u behandelt zo snel mogelijk weten als u problemen met uw gebit heeft.
  • De tandarts of kaakchirurg kan altijd met uw specialist overleggen als u een ingreep aan uw gebit nodig heeft.