Oefenprogramma

na uw elleboogoperatie

Oefenprogramma na uw elleboogoperatie

Heeft u binnenkort een elleboogoperatie of heeft u deze reeds gehad? In navolging van het nazorgtraject ziet u hier actieve oefeningen die u in afstemming met uw fysiotherapeut kan uitvoeren.

Belangrijk bij het uitvoeren van de oefeningen is dat u:

  1. altijd binnen uw eigen pijngrens oefent.
  2. oefent tot uw vermoeidheidsgrens.
  3. wanneer u krachttraining gaat starten dit altijd moet doen onder supervisie van uw behandelend fysiotherapeut.
  4. de oefeningen 3 keer per dag uitvoert, niet langer dan 10 minuten.

Fase 1: eerste week in de spalk

Handoefeningen

Om de zwelling van de onderarm en elleboog te verminderen mag u de elleboog met kurkspalk op een kussen op een tafel voor u zetten zodat de onderarm naar het plafond wijst. Buig en strek uw vingers zo ver mogelijk. Spreid uw vingers zo ver mogelijk.

Knijpen in een bal

Houd een klein balletje in uw hand en knijp subtiel zonder hierbij uw bovenarm aan te spannen. Laat het balletje langzaam los. (Bij een gezwollen hand snel knijpen en loslaten in een pompende beweging).

Herhaal tot u vermoeid raakt en blijf binnen de pijngrens.

2. Heup- en bovenbeenoefeningen

Opstaan uit stoel ter versterking van uw bovenbenen

Ga zitten op de rand van een stoel met uw knieën gebogen en uw voeten plat op de vloer. Houd uw rug recht, verschuif het gewicht naar uw voeten, reik naar voren en sta in 3 seconden langzaam op. Ga vervolgens langzaam in 3 seconden terug zitten. Houd uw beweging gecontroleerd en vloeiend, gebruik geen tussenstops. In deze fase heeft u de elleboog nog in de sling.

Herhaal de oefening tot u vermoeid raakt en blijf binnen de pijngrens.

Optrekken heup voor kracht en stabiliteit van de benen

Ga rechtop staan en houd een stoel vast met de niet aangedane arm. Beweeg uw been zo ver mogelijk omhoog door uw knie te buigen. Rond uw rug niet. Houd 10 seconden vast en wissel van been.

Herhaal de oefening tot u vermoeid raakt en blijf binnen de pijngrens.

Fase 2: week 2 en 3

1.     Passief oefenen onderarm en hand (pronatie en supinatie)

Buig uw elleboog naast uw lichaam en plaats de andere hand onderop de rug van uw hand. Met behulp van de andere hand draait u uw onderarm zo dat uw handpalm naar het plafond is gekeerd, tot u rek in uw onderarm voelt. Houd deze positie 10 seconden vast.

 

Houd de handpalm van de geopereerde arm omlaag gericht. Plaats uw andere hand boven de handrug van uw geopereerde hand. Draai uw pols voorzichtig omhoog, tot u rek in uw onderarm voelt. Houd deze positie 10 seconden vast.

Herhaal de oefening tot u vermoeid raakt en blijf binnen de pijngrens.

2.     Ondersteund passief buigen en strekken (flexie en extensie)

Ga recht zitten met de punt van uw elleboog op de armleuning of tafel. Voor het onderstaande gelden het aantal graden wat u kunt vinden in het operatieverslag wat u van uw behandelend orthopedisch chirurg heeft meegekregen. Buig uw elleboog tot u rek voelt. Houdt dit 10 seconden vast. Het aantal graden dat u mag buigen en strekken vindt u in het operatieverslag dat u meekrijgt van de polikliniek twee weken na de operatie.

Herhaal de oefening tot u vermoeid raakt en blijf binnen de pijngrens.

Fase 3: week 4 t/m 6

1.  Geleid actief buigen en strekken

Ga goed rechtop staan of zitten, uw arm hangt naast uw lichaam. Buig langzaam de elleboog en breng uw hand naar uw schouder. Keer terug naar de uitgangspositie. Herhaal de oefening tot vermoeidheid en binnen de pijngrens.

2.  Versterken van het draaien van de onderarm met elastiek

Bind een elastiek vast bij de vloer. Steun met uw onderarm op een tafel of armleuning en buig de elleboog tot 90 graden. Uw handpalm moet omlaag zijn gericht met het elastiek vast over uw handpalm van uw pink naar uw duim. Draai uw onderarm en richt de handpalm naar het plafond terwijl u aan het elastiek trekt. Keer terug naar de uitgangspositie.

Herhaal de oefening tot u vermoeid raakt en blijf binnen de pijngrens.

3.   Versterken draaien van de onderarm met elastiek

Maak een elastiek vast, dicht bij de vloer en steun uw onderarm op een tafel of leunstoel met uw elleboog in een hoek van 90 graden. Uw handpalm moet naar boven zijn gekeerd en het elastiek moet over de handpalm en onder de duim zijn gekruist. Draai uw handpalm omlaag; het elastiek moet deze beweging tegenhouden. Keer terug naar de uitgangspositie.

Herhaal de oefening tot u vermoeid raakt en blijf binnen de pijngrens.

4.  Versterken bovenarmen (biceps, triceps)

a.    Biceps: ga met uw arm tegen uw lichaam aan staan en houd met een licht (maximaal 3 kilo!) gewicht of flesje water uw handpalm naar binnen gericht. Buig uw elleboog naar boven toe en draai uw handpalm naarmate u vordert. Ga langzaam terug naar de startpositie.

Herhaal de oefening tot u vermoeid raakt en blijf binnen de pijngrens.

b.   Triceps: ga op uw buik liggen met uw arm loodrecht ten opzichte van uw romp en uw onderarm over de rand van het bed. Strek uw elleboog tot 30 graden. Keer terug naar de uitgangspositie, herhaal de oefening tot u vermoeid raakt en blijf binnen de pijngrens. U kunt de oefening eventueel verzwaren met klein gewicht of flesje water.

5.   Staande roeibeweging met rubberband

Ga staan en knoop de band in het midden vast aan een deur recht tegenover u. Houd het uiteinde van de band vast. Trek uw schouderblad samen en houd uw armen in 45 graden, terwijl u aan de band trekt. Maak tegelijkertijd een kniebuiging met beide benen.

Herhaal de oefening tot u vermoeid raakt en blijf binnen de pijngrens.

Vragen?

Heeft u nog vragen, neem dan tijdens kantooruren contact op met de polikliniek van het Schouder- en elleboogcentrum:

Polikliniek Hilversum (poli 94) T 088 753 12 70.