PET-CT-scan

(met Fluor-18-FDG)

PET-CT-scan (met Fluor-18-FDG)

Een PET-CT-scan is een medisch onderzoek dat helpt bij het opsporen van tumoren en ontstekingen in uw lichaam. Met een PET-onderzoek kunnen we veranderingen in de suikerstofwisseling opsporen, wat vaak wijst op tumoren of ontstekingen. De CT-scan geeft gedetailleerde beelden en laat precies zien waar deze plekken zich bevinden.

 

Radioactiviteit is altijd en overal aanwezig: in de bodem, in de lucht (kosmische straling), in ons voedsel en in ons lichaamsweefsel. Bij dit onderzoek gebruiken we een kleine hoeveelheid kunstmatig geproduceerd radioactief suiker (Fluor-18 FDG). Dit spuiten we via een bloedvat in. Via het bloed verspreidt de stof zich in uw lichaam. De hoeveelheid toegediende radioactieve vloeistof is klein en ongevaarlijk. Het verlaat via de nieren het lichaam weer.

Belangrijk

  • Bent u op het afgesproken tijdstip verhinderd? Bel dan zo snel mogelijk naar de afdeling Radiologie/Nucleaire Geneeskunde. Doe dit in ieder geval minimaal één dag van tevoren. Wij proberen dan een andere patiënt in uw plaats te laten komen.
  • Het maken van de radioactieve stof kost veel tijd. Dit komt doordat het aan strenge eisen moet voldoen. Soms wordt het product afgekeurd, we kunnen de stof dan niet gebruiken. Het onderzoek kan dan niet doorgaan. Dit is pas vlak voor het onderzoek bekend. U kunt dit bericht pas krijgen als u al onderweg of in het ziekenhuis bent. We vragen hiervoor uw begrip.

Voorbereiding

Deze regels lijken onvriendelijk. Maar: een goede voorbereiding is belangrijk. Als de voorbereiding niet volgens de regels verloopt, kunnen we het onderzoek niet goed beoordelen.

Voorbereiding algemeen

  • Nogmaals: U moet nuchter zijn voor het onderzoek. Dat betekent dat u 6 uur voorafgaand aan het onderzoek niet meer mag eten. U mag alleen water drinken. Wij vragen u ook in deze periode niet te roken. U moet 1 uur voor uw afspraaktijd 1 liter (1000 ml) water drinken. Ga als het nodig is gewoon naar het toilet.
  • Als u sondevoeding gebruikt, moet dit minimaal zes uur voorafgaand aan het
    onderzoek vervangen worden door water.
  • Vanaf 24 uur voor het onderzoek mag u geen zware lichamelijke inspanning meer
    doen, zoals fietsen, sporten en wandelen.
  • Als u medicijnen gebruikt, kunt u deze op de normale tijden innemen met water.
    Voor patiënten met suikerziekte gelden aparte instructies (zie: Voorbereiding voor
    patiënten met suikerziekte).
  • Metalen in het lichaam (pacemakers, gewrichtsprothesen en dergelijke) ondervinden
    geen hinder van het apparaat.
  • Bent u incontinent? Heeft u een stoma? Neem dan voldoende verschoningen mee.
  • Het is belangrijk dat u voor dit onderzoek gemakkelijke en warme kleding draagt,
    waar geen metaal in is verwerkt. Dus geen ritsen, drukknopen en dergelijke. U kunt
    eventueel een pyjamabroek of joggingbroek meenemen. Tijdens het onderzoek kunt
    u geen bh dragen.
  • Laat alle sieraden thuis. Haarspelden en dergelijke moet u voor het onderzoek
    verwijderen.
  • Heeft u last van claustrofobie? Of kunt u om een andere reden niet ontspannen
    blijven liggen? Vraag dan uw arts die dit onderzoek aanvraagt, om een
    kalmeringsmiddel. U mag dan niet deelnemen aan het verkeer. Zorg dan dat er
    iemand is die u kan brengen en halen
  • Neem iets te eten en drinken mee voor na het onderzoek.

Voorbereiding als u Diabetes Mellitus heeft

Als u Diabetes Mellitus heeft en insuline spuit, pas dan de insulinedosering aan op de dag voor het onderzoek. U eet dan namelijk minder koolhydraten dan normaal. Overleg met uw diabetesverpleegkundige of met de praktijkondersteuner van de huisarts over het aanpassen van de insulinedosering.

Onderzoek in de ochtend (tot 12 uur)

Als het PET-CT onderzoek in de ochtend plaatsvindt, moet u nuchter komen. Dat betekent dat u niets eet en niets drinkt voor het onderzoek. Water drinken mag wel. Neem géén insuline voor uw Diabetes Mellitus. Na de scan mag u uw insuline toedienen en iets eten. Vergeet daarom niet uw insuline en iets te eten mee te nemen!

Onderzoek in de middag (vanaf 13 uur)

  • Als het PET-CT onderzoek in de middag plaatsvindt, mag u tot zes uur voor het onderzoek een licht ontbijt hebben. Bijvoorbeeld één of twee boterhammen of beschuitjes met kaas, vleeswaren of jam.
  • Spuit u insuline? Spuit dan om 8:00 uur ’s ochtends de normale dosering en eet maximaal twee boterhammen. Na de scan mag u weer eten en kunt u de insuline spuiten volgens uw schema. Vergeet daarom niet uw insuline en iets te eten mee te nemen!

Voorbereiding indien u een koolhydraatarm dieet moet volgen voor het onderzoek

Afhankelijk van de vraagstelling van het onderzoek is het soms noodzakelijk om een koolhydraatarm dieet te volgen. Als u hierover niets gehoord heeft, kunt u gewoon normaal eten de dag voor het onderzoek. Het koolhydraatarme dieet volgt u 24 uur voorafgaand aan het onderzoek. De voeding die u gebruikt moet zo min mogelijk koolhydraten bevatten. Koolhydraten is de verzamelnaam voor alle vormen van suiker in de voeding, zoals vruchtensuiker, zetmeel (brood, aardappel, pasta), suiker, honing en snoep. Twijfelt u? Raadpleeg dan de ingrediëntentoelichting op de verpakking. U vindt dit terug onder koolhydraten/suikers.

Drinken

Let op: u moet minimaal 1 liter water extra drinken.

U mag het volgende drinken (alle andere dranken mag u 24 uur niet drinken):

  • Koffie of thee zonder melk en suiker (geen oploskoffie, zakjes of poeder)
  • Water
  • Light frisdrank (dus geen suikerhoudende dranken)

Eten

U mag het volgende eten (alle andere voedingsmiddelen mag u 24 uur niet eten):

  • Heldere soep zonder vermicelli, rijst, noedels of ander bindmiddel
  • Vlees (ongepaneerd)
  • Vis (ongepaneerd)
  • Eieren
  • Roomboter, margarine, halvarine
  • Bepaalde groenten (zonder saus met bindmiddel, paneermeel of beschuit): andijvie, asperges, bleekselderij, bloemkool, broccoli, courgette, sla, snijbonen, sperziebonen, spinazie, spruiten, witlof, wortelen, champignons, komkommer, ui, tomaat
  • Kaas

Dagmenu (voorbeeld)

Ontbijt: Gekookt of gebakken ei
Plakjes kaas of vleeswaren
Thee of koffie zonder suiker, zoetstof of melk
Lunch: Een schaaltje met sla, tomaat, komkommer
Plakjes vleeswaren en/of kaas
Gekookt of gebakken ei
Diner:  Heldere soep zonder vermicelli, rijst, noedels of ander bindmiddel
Stukjes gebakken vlees, kip of vis (zonder paneermeel)
Een portie gekookte groente of schaaltje rauwkost
Tussendoor: Thee, koffie zonder suiker, zoetstof of melk
Water, stukje kaas of vleeswaren

Onderzoek

Voorbereiding in het ziekenhuis

  • Meld u op de dag van het onderzoek ongeveer tien minuten vóór de afgesproken tijd bij een van de aanmeldzuilen of aan de balie van de afdeling Radiologie.
  • In de wachtruimte is niet veel ruimte. Wij vragen uw eventuele begeleider daarom om tijdens het onderzoek te wachten in de centrale hal van het ziekenhuis of tussendoor naar huis te gaan.
  • Als u aan de beurt bent, roept de laborant u op.

Verloop van onderzoek

  1. De laborant brengt u naar een warme voorbereidingsruimte. Op een bed kunt u tot rust komen. De laborant legt uit hoe het onderzoek in zijn werk gaat.
  2. Daarna kunt u naar het toilet om te plassen. Met behulp van een vingerprik bepalen wij uw bloedsuikergehalte. Als het suikergehalte in uw bloed te hoog is, kunnen we u helaas niet onderzoeken en moeten we een nieuwe afspraak maken.
  3. Als uw bloedsuiker goed is, brengen we een infuus bij u in. Door dit infuus dienen we de radioactieve vloeistof toe. U merkt hier niets van. U krijgt het niet warm, u wordt niet misselijk, akelig of slaperig.
  4. De radioactieve vloeistof moet 60 minuten inwerken. In deze tijd ligt u alleen in de voorbereidingsruimte.
  5. Ga zo ontspannen mogelijk liggen zonder te bewegen of te praten. U krijgt een deken om ervoor te zorgen dat u het niet koud krijgt.
  6. Wilt u muziek luisteren tijdens de inwerktijd? Neem dan zelf een geluidsdrager en koptelefoon mee. Lezen mag niet tijdens de rusttijd. Onze medewerkers houden u tijdens de inwerktijd van de radioactieve vloeistof via een camera in de gaten.
  7. Na de inwerktijd vraagt de laborant u nogmaals om naar het toilet te gaan.
  8. Daarna neemt de laborant u mee naar de scanruimte en komt u op een smalle tafel te liggen.
  9. Tijdens het maken van de scan vragen we u zo rustig mogelijk te blijven liggen.
  10. U schuift een aantal keer door de scanner. De scanner is een groot apparaat, maar maakt geen hard geluid. Ook nu houden wij u via een camera in beeld.
  11. Als we ook een CT-scan met contrastmiddel maken, dienen we via het eerder geprikte infuus het contrastmiddel toe. Hiervan kunt u een warm gevoel krijgen, dit warme gevoel verdwijnt weer snel.

Duur van het onderzoek

De voorbereiding en inwerktijd duren samen bijna 1,5 uur, de PET-CT-scan duurt ongeveer 20 minuten. Het totale onderzoek duurt dus bijna twee uur. Het is niet mogelijk om een begeleider mee te nemen tijdens de inwerktijd van de radioactieve vloeistof en de scan.

Na de behandeling

  • Na het onderzoek kunt u zelfstandig naar huis. De radioactieve vloeistof en het contrastmiddel dat we inspuiten, heeft geen invloed op uw rijvaardigheid.
  • Na het onderzoek kunt u gewoon eten en drinken.
  • Als u contrastmiddel heeft gekregen, moet u na het onderzoek in 24 uur 2 liter vocht drinken.
  • Heeft u een kalmeringsmiddel gebruikt? Dan kunt u niet zelfstandig naar huis.

Risico’s en complicaties

  • De hoeveelheid radioactieve vloeistof die u krijgt toegediend bij dit onderzoek, is erg klein. De ingespoten radioactiviteit verdwijnt vanzelf uit uw lichaam. U vormt geen stralingsgevaar voor uw omgeving.
  • Allergische reacties komen uiterst zelden voor, en als het al gebeurt alleen in zeer lichte mate.
  • Bent u allergisch voor jodiumhoudend contrastmiddel? Mogelijk heeft dit invloed op de voorbereiding op uw onderzoek. Meld het daarom aan uw behandelend arts. Meld het op de dag van het onderzoek ook aan de radiodiagnostisch laborant die het onderzoek bij u uitvoert.
  • Er bestaat een kleine kans op een bloeduitstorting door het aanprikken van een bloedvat. Deze verdwijnt dan vanzelf na een paar dagen.

Zwangerschap en borstvoeding

(Ongeboren) baby’s zijn veel gevoeliger voor radioactieve straling dan volwassenen. Bent u zwanger of bestaat de kans dat u zwanger bent? Neem dan contact op met uw behandelend arts. Uw arts kan dan overwegen een ander onderzoek te doen of het onderzoek uit te stellen tot na de zwangerschap. Geeft u borstvoeding? Stop met het geven van borstvoeding tot 12 uur na het onderzoek om uw kindje zo min mogelijk bloot te stellen aan de radioactieve straling.
Afkolven mag wel. Iemand anders mag de afgekolfde voeding ook geven.

Uitslag van het onderzoek

De laborant verwerkt de verkregen beelden en stuurt deze door naar de nucleair geneeskundige. De nucleair geneeskundige stuurt een verslag van het onderzoek naar uw arts.

Contact