PTA van de shunt

PTA van de shunt

Wat is een PTA?

Een PTA is een dotterbehandeling van uw shunt. Bij de meeste patiënten is voorafgaand een DSA (shuntfoto) of duplexechografie gemaakt. De vernauwing die op die foto is gezien, wordt met behulp van een ballon opgerekt. De PTA vindt plaats op de afdeling Radiologie. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van röntgenapparatuur en contrastvloeistof. De behandeling wordt uitgevoerd door de radioloog en een assistente. De dialyseverpleegkundige is hier niet bij betrokken.

De behandeling plannen we bij voorkeur op een niet-dialysedag. Indien nodig, passen we uw dialyseschema aan. We nemen u op de afdeling Dagbehandeling op. Als u antistolling gebruikt, stopt uw arts dit soms enkele dagen vóór de behandeling (afhankelijk van de soort antistolling).

Let op!

Vertel altijd aan uw arts of aan een verpleegkundige als u overgevoelig bent of lijkt te zijn voor contrastvloeistof of desinfectans.

Wat kunt u verwachten?

Op de dag van het behandeling meldt u zich op de afgesproken tijd op de afdeling Dagbehandeling. Uw opname duurt in principe één dag (dat wil zeggen: zonder complicaties gaat u ‘s middags weer naar huis).

Voor de dotterbehandeling wordt u met bed naar de afdeling Radiologie gebracht. Daar vragen ze u plaats te nemen op de röntgentafel. De medewerker van de afdeling Radiologie legt u in de gewenste positie en u krijgt een bloeddrukmeterband om de arm. Dit is een uitzondering op de afspraak dat dit aan uw shuntarm niet is toegestaan. De medewerker legt de shuntarm in de juiste positie.

De shuntarm wordt gedesinfecteerd. Als u allergisch bent voor desinfectans, moet u dit van tevoren melden. De shuntarm wordt afgedekt met een steriele doek die in het midden een gat heeft. Hierdoor blijft het gedeelte van de shunt waar de radioloog wil aanprikken onafgedekt. Zowel de radioloog als de assistente zijn steriel gekleed. De radioloog bepaalt waar hij zal aanprikken. De radioloog verdooft de huid met behulp van een injectie. Vervolgens maakt hij met behulp van een mesje een klein sneetje in de huid.

De shunt wordt via dit sneetje aangeprikt. Via de naald schuift hij een voerdraad in de shunt en vervolgens brengt hij een ‘geleidebuisje’ (sheet) in. Via deze sheet vinden verder alle handelingen plaats met katheter en dotterballon.

De radioloog spuit contrastvloeistof via de sheet in uw arm. Tegelijkertijd wordt de bloeddrukmeterband opgepompt om te voorkomen dat de contrastvloeistof uit uw arm wegstroomt.
Dit kan een slapend gevoel in uw arm en of lichte pijn veroorzaken. Daarna wordt een serie foto’s gemaakt. Zo nodig passen ze de ligging van de arm nog aan, waarna de dotterbehandeling kan beginnen.

De radioloog brengt de katheter met de ballon via de sheet in de shunt. Af en toe dient hij contrastvloeistof toe om te zien of de positie van de ballon juist is. De ballon wordt opgeblazen waardoor de vernauwing na enige tijd zal verminderen. Dit voelt u en vaak is dit pijnlijk. De radioloog kan dan eventueel pijnstilling toedienen. Eventueel kan een tweede vernauwing op dezelfde wijze worden behandeld.

Soms is het nodig de ballon meerdere keren op te blazen om een vernauwing te kunnen oprekken. Als het resultaat voldoende is, haalt de radioloog de katheter met de lege ballon weer uit de shunt en wordt nog een controlefoto gemaakt om het eindresultaat vast te leggen. Vervolgens verwijdert hij de sheet en drukt hij de shunt af. Dit kan wat langer duren dan u gewend bent.

De behandeling duurt meestal niet langer dan een uur.

Wat gebeurt er na de PTA?

Wanneer het prikgaatje van de shunt dicht is, wordt er een verband omheen gelegd. Hierna brengen ze u weer terug naar de afdeling waar u ongeveer nog twee uur zult blijven. Als er zich geen complicaties
voordoen, mag u weer naar huis. De nazorg is in ongecompliceerde gevallen niet anders dan na de dialyse, oftewel checken of de aanprikplaats niet gaat lekken. Luister of voel thuis net als altijd naar de souffle (ruis) in uw shunt. Als er iets verandert, moet u direct contact opnemen met de afdeling Dialyse. Als u in overleg met de nefroloog extra pijnstilling heeft gekregen, dan moet u enige tijd langer in het ziekenhuis verblijven. Als antistolling werd gestopt, zal dit door de arts weer worden hervat.

Tot slot

Heeft u nog vragen, stel deze dan aan één van de dialyseverpleeg­kundigen. Zij zijn van maandag tot en met zaterdag telefonisch te bereiken van 08:00 uur ‘s morgens tot 20:30 uur ‘s avonds.

Contact