Baby leren drinken uit de fles

Bij te vroeg geboren baby of bij te laag geboortegewicht

Baby leren drinken uit de fles

Een kindje dat te vroeg is geboren (prematuur) of een te laag geboortegewicht heeft (dysmatuur), moet vaak oefenen om zelf te kunnen gaan drinken. Het moet leren om zuigen, slikken en ademhalen op elkaar af te stemmen. Op onze afdeling volgen we de methode van de Early Feeding Skills (EFS). Hierbij letten we op de houding en de techniek van het drinken. Zo leert uw baby op een natuurlijke en fijne manier uit de fles te drinken.

Voorbereiding

Zoek-, zuig- en slikreflex

De belangrijkste reflexen om te kunnen drinken zijn de zoekreflex en de zuig-slikreflex. Met de tepel, speen of vinger kunt u het gebied bij de mond van uw baby prikkelen. Zodra dat gebeurt, ontstaat een zoekbeweging met de mond. Soms gaat uw baby zelf zoeken. Uw kindje lijkt met het hoofdje te schudden en met open mond te zoeken naar de borst of speen. Als uw kindje nog niet klaar is om te drinken, houdt het de mond dicht of de tong omhoog geklapt.

Zuigen

Zuigen kan op twee manieren: zonder of met voeding.

Zuigen zonder voeding (fopspeen)

  • werkt troostend
  • uw baby hoeft weinig te slikken
  • uw baby oefent het zuigen en ademen
  • het is een goede oefening om te gaan leren drinken uit de fles

Zuigen voor voeding (aan borst of fles)

  • slikken en ademen worden op elkaar afgestemd
  • het doel is honger te stillen

Goed alert

Het is belangrijk dat uw baby wakker is als u begint met voeden. Soms heeft uw baby de energie hard nodig en is het beter als hij blijft slapen. Als uw baby een sonde heeft, kunt u de voeding via de sonde geven. Heeft uw baby geen sonde en slaapt het nog? Dan kunt u hem rustig wakker maken en alvast verschonen. Of stel de voeding een half uurtje uit.

Uw baby voeden

Houding bij geven van flesvoeding

Bij het geven van flesvoeding is op de zij liggen een natuurlijke en ontspannen houding. Net als bij borstvoeding. De kans op verslikken is hierbij kleiner. Daarom raden we deze houding aan bij flesvoeding. Het volgende is daarbij goed om te doen:

  • Ga goed ondersteund zitten, met uw voeten op een voetenbankje of andere verhoging.
  • Leg uw baby op uw schoot met de billen tegen uw buik.
  • Draai de baby op de zij op uw bovenbenen met oor, schouder en heup op één lijn. De knieën gebogen en voetjes bij elkaar (zie afbeelding 1).
  • Laat uw baby zijn handen bij elkaar houden, dicht bij het gezicht (zie afbeelding 1 en 2).
Baby in zijligging
Afbeelding 1: Voedingshouding zijligging 
Baby ligt op de zij en drinkt uit een flesje
Afbeelding 2: Voedingshouding tijdens het drinken

Tips voor rustig drinken

Bij flesvoeding beginnen veel baby’s enthousiast en gulzig te drinken. Ze blijven zuigen en vergeten te slikken en adem te halen. Zodra uw baby begint met zuigen, komt er voeding in de mond. De melk blijft stromen als uw baby stopt met zuigen. Dat is een verschil met borstvoeding. Dan komt de melk pas na een aantal keer zuigen. En stopt de stroom melk als het zuigen stopt.

Uw baby zal blijven slikken om de mond leeg te krijgen. Zonder pauzes zal verder drinken moeilijker worden of niet meer lukken. Deze tips helpen om het voeden zo rustig mogelijk te laten verlopen:

  • Het is prettig voor uw baby als de omgeving rustig is.
  • Stimuleer de zoekreflex door de speen vanaf het midden van de wang naar de mondhoek te strijken.
  • Uw baby zal zelf de mond open doen en de speen aanhappen als hij toe is aan de voeding. Duw de speen niet in de mond.
  • Uw baby heeft een goed zuigritme als hij drie tot vier keer zuigt, slikt, ademhaalt en weer begint te zuigen en zo verder gaat.
  • Begin met een lege speen als uw baby heel gulzig is.

Helpen ritme te vinden

Probeer uw baby te helpen zijn ritme te vinden:

  • Start met een korte zuigreeks (drie tot vier keer zuigen). Kantel de fles maar laat de speen in de mond. Geef uw baby een pauze. Hij zal nog even verder zuigen op de lege speen, maar stopt hier vanzelf mee.
  • Uw baby zal eigenlijk weer door willen gaan met drinken, maar heeft in het begin vaak een langere pauze nodig. Een diepe zucht en een rustige ademhaling geven aan dat hij voldoende rust heeft gehad.
  • Herhaal de korte zuigreeks.
  • Hierna mag uw baby zelf zijn ritme proberen te bepalen. Als dit niet lukt, herhaalt u de korte zuigreeksen met pauzes door te kantelen. Doe dit tot uw baby zelf zijn ritme heeft gevonden.
  • Laat uw baby zo nodig tussendoor boeren.
  • Honger stimuleert de zuigreflex.
  • Stop met voeden bij signalen van vermoeidheid of stress (zie het kopje ‘Signalen van uw baby’). Hiermee geeft uw baby aan geen energie meer te hebben om verder te drinken.

Zorg voor genoeg rustpauze bij signalen van stress. Zo wordt het drinken een prettige ervaring en houdt uw baby genoeg energie over. Hoeveel uw baby drinkt, is niet belangrijk. Wel de manier waarop hij drinkt.

Signalen van uw baby

Uw baby geeft tijdens het drinken duidelijk aan of het drinken goed gaat. Let goed op de signalen die uw baby laat zien. Met de volgende signalen laat uw baby weten dat een rustpauze nodig is:

  • Klikkend of hard hoorbaar slikken. Eén keer slikken is goed, niet meerdere slikbewegingen.
  • Knoeien en verliezen van voeding bij de mondhoeken.
  • Verslikken of hoesten.
  • Onrustig bewegen. Handen spreiden en/of armen en benen strekken.
  • Hoofd naar achteren bewegen.
  • Fronzen, wenkbrauwen optrekken en knijpen met ogen.
  • Speen wegduwen, tong uitsteken.
  • Geeuwen of in slaap vallen.
  • Verandering van kleur, bijvoorbeeld bleek zien.
  • Snellere ademhaling.

Contact