Stoppen met dialyse

Denkt u aan stoppen met dialyse? Dan is het belangrijk om te praten over uw gevoelens en gedachten. U kunt een gesprek aanvragen met de nefroloog als u twijfelt of uw besluit wilt bespreken. U beslist zelf of u wilt stoppen met dialyseren. Toch is het belangrijk om de redenen waarom u wilt stoppen te bespreken. Dat kan ook met een verpleegkundige of een ander lid van het dialyseteam. Natuurlijk spelen uw familie en vrienden hierin ook een belangrijke rol.

Veel mensen vinden het moeilijk om met hun familie of vrienden te praten over het stoppen van de behandeling. U bent misschien bang voor hun reactie. Toch raden we u aan dit gewoon open te bespreken. U kunt vragen of een verpleegkundige, nefroloog of maatschappelijk werker bij het gesprek kan zijn.

Als we stoppen met uw dialysebehandeling, dragen we de medische behandeling over aan uw huisarts. In overleg met u kunnen we de thuiszorg inschakelen. U kunt er ook voor kiezen naar een hospice te gaan.

Als u in een verpleeg- of verzorgingshuis verblijft, dragen we de medische behandeling over aan de specialist ouderengeneeskunde. Het behandelteam van de dialyseafdeling blijft contact houden. Dat overleggen we met u.

U bepaalt waar u wilt overlijden. Veel mensen kiezen voor de vertrouwde omgeving thuis. Wij houden zo veel mogelijk rekening met uw wensen. De maatschappelijk werker helpt u om zaken te regelen. Bijvoorbeeld bij het inschakelen van thuiszorg. Of om naar een verpleeghuid of hospice te gaan.

Als u weet dat u niet meer zo lang te leven heeft, is het goed om bepaalde zaken te regelen:

• Testament.
• Wilsverklaring (als u een zaakwaarnemer heeft).
• Een inventaris van goederen.
• Eventueel financieel overzicht en overzicht van verzekeringspolissen, pensioenplan en andere juridische papieren.
• Namen en adressen van familie en vrienden die op de hoogte gesteld moeten worden van uw overlijden. Of die in het testament genoemd worden.
• Een verklaring hoe u wilt dat uw begrafenis of herdenkingsdienst eruit ziet.
• Of u begraven of gecremeerd wilt worden.
• Eventuele berichten die u na uw overlijden nog aan uw familie wilt doorgeven. Voor zover u dat niet al zelf gedaan heeft.

De fase na de laatste dialysebehandeling duurt gemiddeld één tot twee weken. Dat ligt ook aan uw conditie op dat moment. In deze laatste fase kunt u een aantal lichamelijke en geestelijke veranderingen verwachten. Het verloop kan per persoon verschillen.

De arts vermindert of stopt in overleg met u de medicijnen die u elke dag moest nemen. Ook hoeft u geen dieet meer te volgen.

Tijdens de dialysebehandeling halen we vaak ook vocht weg. Stopt de dialysebehandeling en drinkt u nog wel? Dan kunt u ‘overvuld’ raken. Dan ontstaat bijvoorbeeld zwelling in de benen. Dit noemen we oedeem. Ook kan vocht ophopen in de longen. Dit noemen we longoedeem. U ademt dan zwaarder, vooral als u plat ligt. De kans overvuld te raken is groter als u niet meer plast. Als u weinig drinkt en minder zout gebruikt, raakt u minder snel overvuld.

Als u benauwd of kortademig wordt, raden we u aan contact op te nemen met uw arts. Soms kunnen we dit verbeteren met plasmiddelen. Als dit niet helpt, is het soms nodig om Dormicum of Morfine te geven. Deze slaapmiddelen maken het ademen makkelijker. Ze nemen het gevoel weg dat u te weinig zuurstof heeft.

Stoppen met dialyseren is geen euthanasie. Bij euthanasie is sprake van beëindigen van het leven. Bij het stoppen met dialyseren van een behandeling die niet langer gewenst is.