Aandoeningen

van de vulva

Aandoeningen van de vulva

De vulva is de huid rond de schede en bestaat uit de grote, buitenste en de kleine, binnenste schaamlippen en de clitoris. Huidafwijkingen die elders op het lichaam bestaan (bijvoorbeeld eczeem of psoriasis), kunnen ook op de vulva voorkomen. Veel voorkomende klachten bij aandoeningen van de vulva zijn jeuk, een branderig of schraal gevoel, pijn of irritatie. De meeste klachten worden veroorzaakt door infecties. Andere klachten ontstaan door veranderingen van de huid van de vulva. Klachten van de vulva komen op alle leeftijden voor, zowel bij jonge meisjes als bij oudere vrouwen. Sommige aandoeningen van de vulva zijn gemakkelijk te behandelen, andere vragen langdurige zorg en controle.

Hoe ziet de vulva eruit?

De venusheuvel (mons veneris) ligt direct op het schaambeen. Onder de venusheuvel liggen de behaarde grote schaamlippen (labia majora). Tussen de buitenste schaamlippen liggen de kleine schaamlippen (labia minora); deze zijn onbehaard.

De kleine, binnenste schaamlippen steken meestal meer naar buiten dan de grote, buitenste schaamlippen. Aan de bovenzijde van de binnenste schaamlippen bevindt zich de clitoris. De clitoris is deels bedekt door de clitorisvoorhuid (capuchon), een onderdeel van de binnenste schaamlippen. Tussen de binnenste schaamlippen bevindt zich de toegang tot de schede (vagina); deze toegang wordt het vestibulum genoemd. De opening van de plasbuis (urethra) ligt net boven de ingang van de schede. Aan de binnenzijde van het vestibulum liggen de klieren van Bartholin. Deze klieren produceren het vocht dat vooral vrijkomt tijdens seksuele opwinding. Het gebied tussen de anus en de vagina heet het perineum.

Figuur 1. Vooraanzicht vulva

Onderzoek van de vulva

Terwijl u op de gynaecologische onderzoekstoel ligt, bekijkt de gynaecoloog eerst de vulva aan de buitenkant. U kunt een spiegel vragen om zelf mee te kijken en om de plekken waar u last van heeft zelf aan te wijzen. Vraag om uitleg als u iets niet begrijpt.

Inwendig onderzoek

Soms vindt daarna een inwendig onderzoek van de schede plaats met het speculum, een instrument om mee in een lichaamsholte te kijken. Eventueel neemt de gynaecoloog met een wattenstokje wat afscheiding af; met de microscoop wordt dan gezocht naar bacteriën, schimmels of eventuele andere veroorzakers van de klachten. Het is ook mogelijk dat er in het laboratorium een kweek van het materiaal wordt gemaakt; de uitslag van dat onderzoek is na ongeveer een week bekend.

Vulvoscopie

Wanneer verder lichamelijk onderzoek nodig is, wordt een nieuwe, poliklinische afspraak gemaakt voor een vulvoscopie. De gynaecoloog bekijkt dan de vulva met een soort vergrootglas. Eventueel wordt de vulva met verdund azijnzuur vochtig gemaakt, wat een prikkend gevoel kan geven.

Weefsel afnemen

Soms neemt de gynaecoloog een klein stukje weefsel (biopt) af voor verder microscopisch onderzoek door de patholoog, een specialist op het gebied van anatomische ziekteleer. U krijgt daarvoor een verdoving; deze kan even pijnlijk zijn, maar van het biopt nemen zelf voelt u doorgaans niets. De uitslag van het biopt is meestal binnen twee weken bekend.

Aandoeningen van de vulva en mogelijke behandelingen

Vrouwen kunnen verschillende klachten van de vulva krijgen, waaronder irritatie, allergie, infecties, vulvodynie en huidafwijkingen. Hieronder leest u meer over deze klachten en wat er aan te doen is.

Contacteczeem

Contacteczeem wordt veroorzaakt door irritatie van de vulvahuid. Meestal bestaat hierbij roodheid en/of jeuk van de vulva. Soms is de oorzaak duidelijk en kunt u de irritatie zelf verhelpen. Irritatie kan ontstaan door bijvoorbeeld geparfumeerd of gekleurd toiletpapier, ondergoed of badkleding, zeep, talkpoeder, intiemsprays, inlegkruisjes, zaaddodende pasta en condooms. Eventueel kan crème of zalf helpen tegen irritatie. Koude kompressen kunnen even helpen tegen de jeuk. Bij krabben kunnen de klachten blijven bestaan.

Schimmelinfectie

Een schimmelinfectie is de meest voorkomende infectie van de vulva. De oorzaak is vaak de schimmel candida. Meestal is ook de vagina geïnfecteerd. U heeft een verhoogde kans om een schimmelinfectie te krijgen bij suikerziekte, zwangerschap en tijdens gebruik van antibiotica. Bij candida kunnen de vulva en/of de vagina rood zijn, jeuken en wit, korrelig materiaal afscheiden. Soms is er een branderig gevoel bij het plassen. Door wat van de afscheiding onder de microscoop te onderzoeken kan de gynaecoloog meestal zien of er een candida-schimmel aanwezig is. Een enkele keer bestaat er ook een overgevoeligheid, waardoor de klachten kunnen verergeren. Candida kan worden behandeld door tabletten te slikken of in de schede te brengen, door een crème of door een combinatie van tabletten en crème. Soms moet ook uw partner worden behandeld.

Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s)

De meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoeningen (geslachtsziekten) van de vulva worden veroorzaakt door virussen. De beste manier om geslachtsziekten te voorkomen is condooms te gebruiken. Er zijn twee vaak voorkomende seksueel overdraagbare geslachtsziekten van de vulva (zie ook Seksueel overdraagbare aandoeningen en eileiderontsteking).

Genitale wratten (condylomata)

Genitale wratten worden veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV). De wratten zijn vaak wit en spits maar soms ook donkerbruin, en ze kunnen alle afmetingen hebben. Ze kunnen aanwezig zijn op de gehele vulva, bij de anus, in de vagina en op de baarmoederhals. Hierbij kan pijn, jeuk of afscheiding bestaan. De wratten zelf zijn erg besmettelijk. Er zijn verschillende manieren om de wratten te behandelen, zoals Podofylline of Aldara: een vloeistof die u zelf of de gynaecoloog op de wratten kan aanbrengen. Verder kunnen de wratten na een verdovingsprik worden bevroren. Zijn er veel wratten, dan kan een ‘operatieve’ behandeling met laserstralen of wegbranden de beste oplossing zijn. Na de behandeling is er echter een risico van ongeveer 50 procent dat de wratten weer terugkomen (zie ook Seksueel overdraagbare aandoeningen en eileiderontsteking).

Herpes simplex

Genitale herpes wordt veroorzaakt door het herpes-simplexvirus (HSV). Eerst ontstaan er kleine heldere blaasjes, die na enkele dagen stukgaan en kleine pijnlijke zweertjes achterlaten. In de fase dat er blaasjes zijn is de herpesinfectie erg besmettelijk. Herpes is een infectie die regelmatig kan terugkomen. Vooral de eerste keer is de aandoening erg pijnlijk, met name bij het plassen. Er is geen behandeling die het virus kan doden. Wel is er een behandeling in de vorm van zalf of tabletten (Aciclovir) waarmee het virus kan worden afgeremd en de klachten minder worden.

Vulvodynie

Vulvodynie betekent letterlijk: pijn aan de vulva. Het is een verzamelnaam voor chronische klachten aan de vulva zonder duidelijke oorzaak: het gaat dan om een branderig gevoel, jeuk, irritatie en/of pijn. Soms zijn er ook huidafwijkingen. De aandoening kan op de gehele vulva bestaan (zoals bij atrofische vulvitis), maar ook op een klein gedeelte (zoals bij het vulvair vestibulitissyndroom).

Atrofische vulvitis

Na de overgang wordt de huid van de vulva dunner (atrofie) en ontstekingen treden gemakkelijk op (atrofische vulvitis). Vaak is ook de vagina ontstoken (vaginitis). De belangrijkste klachten zijn branderigheid en jeuk. De oorzaak is gelegen in het feit dat het lichaam na de overgang minder oestrogeen aanmaakt; oestrogeen is nodig voor de opbouw van de bekledende laag. De klachten zijn goed te verhelpen met tabletten, crème of met vaginale zetpillen die oestrogenen bevatten.

Essentiële vulvodynie

De vulva kan ook, constant of af en toe, pijn doen zonder dat er afwijkingen te zien zijn. Dit komt zelden voor, eigenlijk alleen op oudere leeftijd. Amitriptyline-tabletten kunnen soms verbetering geven.

Vulvair vestibulitissyndroom, focale vulvitis

Een syndroom is een vaste combinatie van verschijnselen. Bij het vulvair vestibulitissyndroom is pijn de belangrijkste klacht. Dikwijls zijn er kleine rode plekken onder aan de schede te zien die pijnlijk zijn bij aanraken. Vaak is er een verhoogde spanning van de bekkenbodemspieren, waarbij de schede tijdens de gemeenschap minder vochtig wordt. Soms ontstaat dit syndroom na een langdurige infectie van de schede (zoals een schimmelinfectie), soms ligt de oorzaak bij een minder prettige ervaring op seksueel of fysiek gebied. Vooral als dit syndroom al langere tijd bestaat, kan de behandeling moeilijk zijn. Bij aanhoudende jeuk kan soms verbetering optreden door het gebruik van een crème of door een operatie. Eventueel kan de behandeling worden vervolgd bij een seksuoloog (zie ook Seksuele problemen bij vrouwen), bij een psychotherapeut of bij een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in de bekkenbodemspieren, in samenwerking met de gynaecoloog.

Lichen sclerosus et atrophicus

Bij lichen sclerosus wordt de huid van de vulva dunner (atrophicus) of dikker (sclerosus), wit (lichen) en glanzend. Soms kunnen delen van de vulva samengroeien, kleiner worden of zelfs verdwijnen. Lichen kan voorkomen op de gehele vulva en rondom de anus; in de schede komt het niet voor. Meestal is jeuk de belangrijkste klacht. Gemeenschap kan pijnlijk of zelfs onmogelijk zijn. De oorzaak van lichen sclerosus is niet bekend. De aandoening kan op alle leeftijden voorkomen. Lichen is niet besmettelijk. Voor de diagnose wordt een stukje weefsel afgenomen en onder de microscoop onderzocht. Lichen sclerosus is niet te genezen, maar de jeuk kunnen we goed behandelen met een crème die bijnierschorshormonen (corticosteroïden) bevat. Deze crème moet u in goed overleg met de arts gebruiken omdat bij te ruim gebruik de gezonde, omringende huid soms te dun en daardoor kwetsbaar kan worden. De afwijking kan eventueel op de lange duur overgaan in kanker; dit gebeurt in ongeveer zes procent. Krijgt u dus zweertjes of ontstaan er nieuwe verdikte gebieden in de vulva, stel de gynaecoloog dan op de hoogte. Eventueel wordt er opnieuw een stukje weefsel afgenomen. Het is dus nodig dat u onder controle blijft. Ook zelfonderzoek van de vulva is nuttig.

Vulvaire intra-epitheliale neoplasie (VIN)

Intra-epitheliale neoplasie betekent letterlijk dat zich nieuw weefsel vormt in de huid, in dit geval de bekleding van de vulva. Bij de aandoening die we hier bespreken, bestaan er vele soorten huidafwijkingen: soms wratten, soms zweertjes of zwellingen. De kleur kan variëren van wit, rozerood tot bruin. VIN is soms een voorstadium van vulvakanker. Er kan jeuk zijn, soms pijn, maar het is ook mogelijk dat er geen klachten zijn. Ook hier wordt weer weefsel afgenomen voor microscopisch onderzoek. Het is niet altijd nodig VIN te behandelen. De behandeling is afhankelijk van de klachten en de uitgebreidheid van de afwijking.

Er bestaat onderscheid tussen lichte, matige en ernstige afwijkingen. Bij ernstige afwijkingen die niet worden behandeld, is de kans op een kwaadaardige ontwikkeling op den duur ongeveer 9 procent. Als besloten wordt de afwijking weg te halen, gebeurt dit meestal met een laserbehandeling of door een operatie. Na de behandeling is er een kans van ongeveer 50 procent dat de aandoening terugkomt. Het is dus belangrijk dat u zelf regelmatig de vulva controleert, bij veranderingen contact opneemt met de gynaecoloog en dat u onder controle blijft.

De ziekte van Paget

Bij de ziekte van Paget (spreek uit: Peedzjet) zijn er roodwit gemarmerde plekken op de vulva, vaak ook op het perineum en rond de anus. Doorgaans is er jeuk en branderigheid. De ziekte is niet besmettelijk. De oorzaak van de ziekte van Paget is onbekend. Ten behoeve van de diagnose wordt een stukje weefsel microscopisch onderzocht. Via een operatie halen we de afwijkingen weg. Bespreek met uw gynaecoloog meer uitgebreid wat hierbij precies gebeurt. Paget is een voorstadium van vulvakanker. Ook hier is dus zorgvuldige controle door uzelf en de gynaecoloog van belang.

Algemene verzorging van de vulva

De huid van de vulva is gevoelig. Zeker bij klachten kan het belangrijk zijn de volgende maatregelen te nemen:

  • was de vulva niet met zeep
  • draag bij voorkeur katoenen ondergoed
  • draag geen strakke broeken
  • gebruik geen of zo min mogelijk inlegkruisjes
  • houd de vulva droog
  • slaap zonder onderbroek of in losse nachtkleding

Zelfonderzoek van de vulva

Soms vraagt de gynaecoloog u de vulva zelf te onderzoeken. Wanneer u dat regelmatig doet, weet u zelf het beste of er veranderingen zijn opgetreden. Vooral bij huidaandoeningen kan dit belangrijk zijn. Voor het zelfonderzoek kunt u het beste in een gemakkelijke houding liggen of zitten, met een goede lamp en een handspiegel. U bekijkt eerst de hele vulva oppervlakkig, vervolgens de buitenste schaamlippen, daarna de binnenste schaamlippen. De clitoris kunt u onderzoeken door de voorhuid naar boven te schuiven. Ook het gebied tussen de vagina en de anus, de anus zelf en de venusheuvel horen erbij.

Let er bij het onderzoek op of u veranderingen ziet in kleur, dikte of aspect, zoals bijvoorbeeld zweertjes.

Meer informatie

Aanvullende informatie kunt u vinden op www.nvog.nl, rubriek patiëntenvoorlichting:

  • Eerste bezoek aan de gynaecoloog
  • Seksueel overdraagbare aandoeningen en eileiderontsteking
  • Seksuele problemen bij vrouwen