Adviezen na een curettage

• Na een volledige verdoving (narcose) blijft u een tijdje op de uitslaapkamer. De verpleegkundige controleert dan of u goed herstelt.
• Als u goed wakker bent, brengt de verpleegkundige u terug naar de verpleegafdeling.

De arts bespreekt het resultaat soms direct na de behandeling met u. Anders gebeurt dan bij de afspraak voor controle.

De verpleegkundige spreekt met u een tijd af dat u weer naar huis mag. We bellen dan ook de persoon op die u komt ophalen. U mag beslist niet zelf in een auto rijden na de behandeling.

• Na de behandeling kunt u vervelende buikkrampen hebben. Daar kunt u een pijnstiller voor krijgen.
• Door de behandeling en de narcose kunt u zich een paar dagen niet zo lekker voelen. Een pijnstiller zoals paracetamol (finimal) of naprosyne (aleve) kan dan helpen.

Let op: gebruik geen middelen waar acetylsalicylzuur inzit. Bijvoorbeeld aspirine, APC of chefarine 4. U heeft dan meer kans op een nabloeding.

De eerste dagen na de behandeling kunt u wat bloed verliezen. Daar kunt u maandverband voor gebruiken. Gebruik geen tampons.

Zorg dat u zich in de eerste twee weken na de behandeling niet te veel inspant. Ga bijvoorbeeld niet sporten of vrijen. Als u helemaal geen bloed meer verliest, mag u alles weer doen.

U mag wel douchen, maar niet in bad.

Neem contact met ons op:

• bij erge buikpijn
• als u opeens koorts krijgt
• bij veel of lang bloedverlies