Echogeleide punctie

van schildklier

Echogeleide punctie van schildklier

Schildklierknobbels komen bij veel mensen voor. Meestal zijn deze knobbels goedaardig. Om met meer zekerheid te weten wat voor schildklierknobbel het is, vragen we u om vooraf aan uw afspraak op onze polikliniek een echo van de schildklier te laten maken. De radioloog zal tijdens dit onderzoek waarschijnlijk een punctie uitvoeren. Een punctie doen we alleen als dit nodig is volgens de echo.

 

Bij een punctie neemt de radioloog met een naald materiaal van de schildklierknobbel (nodus) af. Dit materiaal wordt onderzocht door een patholoog.

Uitslag

Het duurt tenminste een week voordat de uitslag van de punctie bekend is. Tijdens uw volgende afspraak op de polikliniek bespreken we samen de uitslag van de echo en de punctie en zo nodig onze adviezen over een behandeling.

De mogelijke uitslagen van de punctie zijn:

  • Het is vrijwel zeker geen kwaadaardige knobbel
  • Het is vrijwel zeker wel een kwaadaardige knobbel (een sterke verdenking)
  • Het is niet mogelijk om te zeggen of het een goedaardige of kwaadaardige knobbel is
  • Het is een kwaadaardige knobbel

De kans dat de schildklierknobbel kwaadaardig is, is erg klein (2-5%). Ook kunnen de meeste vormen van schildklierkanker vroeg worden ontdekt, waardoor meestal volledige genezing mogelijk is. In sommige gevallen is een operatie nodig om precies te weten of het een kwaadaardige knobbel is. Tijdens die operatie wordt het gedeelte van de schildklier waar de knobbel zit, weggehaald voor verder onderzoek.

Voorbereiding

Houdt u vooraf aan het onderzoek rekening met het volgende:

  • We raden u aan om kleding te dragen die gemakkelijk zit. Voor de punctie van de schildklier moet u uw bovenkleding uitdoen.
  • Wanneer u bloedverdunners gebruikt kunt u dit blijven doen. Dit is geen probleem voor de punctie.
  • Ook mag u vooraf aan dit onderzoek gewoon eten en drinken zoals u normaal zou doen.

Het onderzoek

Voor het onderzoek vragen we u om uw bovenkleding uit te doen en te gaan liggen op de onderzoekstafel. De radioloog begint met het maken van een echo van de schildklier. Hiervoor brengt de radioloog een beetje gel aan op uw hals. Door een transducer (een soort microfoon) over de huid te bewegen kan de radioloog de schildklier goed in beeld krijgen. Zo kan hij of zij de juiste plek voor de punctie vinden.

Als de juiste plek is gevonden zal de radioloog dit plekje op de huid desinfecteren. Daarna prikt de radioloog met een dunne naald in de schildklierbobbel en zuigt cellen of vloeistof op voor het onderzoek. Om genoeg cellen los te krijgen kan de radioloog de naald wat op en neer bewegen. Het prikken kan een beetje pijn doen, maar u krijgt geen verdoving voor dit onderzoek. Verdoven is vaak pijnlijker dan de punctie zelf. Ook kan een verdoving invloed hebben op de uitslag van het onderzoek.

Na het onderzoek

Na de punctie krijgt u een pleister op de prikplek. Het onderzoek is daarna klaar en u kunt meteen naar huis. De pleister kunt u na een paar uur verwijderen. Het onderzoek duurt maximaal 20 minuten.

Uitslag

Na 1 tot 2 weken na het onderzoek heeft u een afspraak op de polikliniek. Tijdens deze afspraak bespreekt de internist met u de uitslag van de echo en punctie. Als een behandeling zinvol is zal de internist ook de mogelijke behandelopties met u bespreken.

Bijwerkingen

Complicaties of bijwerkingen komen na een echogeleide punctie zelden voor. Mogelijke complicaties zijn een ontstekingsreactie van de naald of een bloeduitstorting op de prikplaats. Meestal zijn deze bijwerkingen goed te behandelen. Als u na het onderzoek klachten krijgt, neem dan contact op met de polikliniek Interne Geneeskunde en buiten kantooruren met de afdeling Spoedeisende Hulp.