Methotrexaat (MTX) bij sarcoïdose
Sarcoïdose is een zeldzame ziekte van het afweersysteem waarbij ontstekingen ontstaan. Afweercellen (witte bloedlichaampjes) hopen zich op en kunnen klachten geven. Het medicijn methotrexaat (MTX) onderdrukt de natuurlijke afweer. Zo brengen we de chronische ontsteking tot rust.
Gebruik van MTX
- MTX bestaat als tabletten en als injecties.
- Meestal begint u met 10 mg per week. Daarna hogen we dat vaak op, in stappen van 2,5 mg per twee weken. Tot 15 mg per week.
- Of MTX werkt, merkt u vaak na twee tot drie maanden. Daarom gaat u soms ook door met de medicijnen die u al gebruikt. Uw arts bespreekt dat met u.
- Reageert u goed op het middel en heeft u geen last van bijwerkingen? Dan kunt u MTX langere tijd gebruiken.
MTX als tablet
MTX is er in tabletten van 2,5 mg of 10 mg. U slikt de tabletten maar één dag per week. Zo houdt u de kans op bijwerkingen zo klein mogelijk. U kunt dat op verschillende manieren doen:
- U slikt alle tabletten in één keer.
- U verdeelt de tabletten over de dag. U neemt bijvoorbeeld drie tabletten ’s morgens en drie tabletten ’s avonds.
- U verdeelt de tabletten over een periode van 24 uur. Bijvoorbeeld twee tabletten op woensdagavond om 20.00 uur, twee tabletten op donderdagochtend om 08.00 uur en twee tabletten op donderdagavond om 20.00 uur.
Krijgt u meer tabletten? Blijf het schema volgen dat u gebruikt. Slik dan bijvoorbeeld op elke tijd een tablet meer. U kunt de tabletten het beste tijdens het eten met water innemen.
MTX als injectie
Krijgt u MTX als injectie? Dan spuit u het medicijn één keer per week in. Het zelf inspuiten van MTX is goed te leren. De longverpleegkundige geeft u hier uitleg over. U kunt de injectie zelf inspuiten of iemand in uw omgeving vragen dat te doen.
- Het inspuiten moet één keer per week gebeuren. Kies een vaste dag en tijd waarop u MTX inspuit, zodat u het niet vergeet.
- Als u dit na het avondeten doet, heeft u minder kans op bijwerkingen. Bijvoorbeeld om misselijk te worden.
- Bewaar MTX zoals op de verpakking staat.
Soorten spuiten
Nodig voor het inspuiten
- overzicht van uw medicijnen
- spuit gevuld met MTX
- grijze injectienaald (0,4 x 12 mm monoject), als die niet bijgeleverd is
- pleister
- naaldencontainer (krijgt u mee via uw apotheek)
- afvalzakje
Uitleg inspuiten MTX
- of uw persoonsgegevens op het medicijn staan
- of het het juiste medicijn is
- of de hoeveelheid klopt
Ga op een rustige plaats zitten en neem de tijd voor het inspuiten.
- Was uw handen met water en zeep.
- Haal de spuit(en) ongeveer 20 tot 30 minuten voor gebruik uit de koelkast. Controleer of de veiligheidszegel op het doosje niet kapot is. En de houdbaarheidsdatum en kleur.
- Leg alles wat u nodig heeft klaar op een schone werkplek (de spuit(en), pleister en afvalcontainer)
- Haal de spuit(en) uit de verpakking
- Kies een plaats bovenop uw dij of buik waar u de prik gaat zetten. Blijf vijf centimeter rondom de navel vandaan. Blijf vijf centimeter boven de knie en vijf centimeter onder de lies. Zie afbeelding.
- Houd de spuit met één hand vast. Gebruik uw andere hand om het beschermkapje van de spuit te trekken.
- Laat een eventuele luchtbel zitten.
- Houd de spuit rechtop. Breng de naald loodrecht in de huid (in een hoek van 90 graden).
- Plaats uw duim op de zuiger en uw wijsvinger en middelvinger onder de vlinder. Druk de zuiger langzaam in.
- De vloeistof loopt nu uit de spuit via de naald in uw huid, doe dit in tien seconden.
- Blijf de zuiger indrukken totdat alle vloeistof uit de spuit is.
- Haal de naald in een loodrechte beweging van de injectieplaats.
- Doe de spuit direct in de naaldencontainer.
- Plak als dat nodig is een pleister op de injectieplaats. Wrijf niet op de plek waar u geprikt heeft. Dit kan pijn doen.
Veiligheid
- Houd de spuiten buiten het zicht en bereik van kinderen.
- De spuit kan niet nog een keer gebruikt worden. Gooi die daarom gelijk na gebruik weg in de naaldencontainer.
Bijwerkingen
Bij het gebruik van MTX kunnen bijwerkingen ontstaan. Deze gaan bijna altijd weer over als we minder van het medicijn geven. Het gebeurt bijna nooit dat u helemaal met het medicijn moet stoppen.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u een last blijft houden van klachten. De volgende bijwerkingen komen voor:
- Klachten aan maag en darmen, zoals misselijkheid, diarree, vol gevoel in de buik.
- Irritatie of ontsteking van het mondslijmvlies.
- Afwijkende waarden van de lever. Hier merkt u meestal niets van. Dit kunnen we ontdekken bij de controle van uw bloed. Meestal gaat dit vanzelf over. Soms moeten we de hoeveelheid MTX aanpassen.
Bijwerkingen die minder vaak voorkomen
- Stoornis in de aanmaak van witte bloedlichaampjes of bloedplaatjes door remming van het beenmerg. Dat kan zorgen voor koorts, infecties en spontane blauwe plekken.
- Kortademigheid, hoesten en koorts door overgevoeligheid voor MTX.
Bijwerkingen die zelden voorkomen
- haaruitval
- huiduitslag
- hoofdpijn
- duizeligheid
- depressieve gevoelens
- verandering van de nierfunctie (meestal door combinatie met andere medicijnen, onder andere plastabletten)
- meer vatbaar voor infecties
Goed om te weten
Foliumzuur
Controle bloed
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Heeft u de wens om zwanger te worden? Stop dan drie tot zes maanden voordat u gaat proberen zwanger te worden met MTX. Dat geldt voor mannen en vrouwen. Gebruik zolang u MTX neemt en minstens drie maanden daarna goede anticonceptie. Zo voorkomt u dat u dan zwanger raakt. Bespreek uw wens om zwanger te worden op tijd met uw arts of verpleegkundige. We kunnen dan kijken wat voor uw situatie het beste is.
MTX met andere medicijnen
- Sommige antibiotica mogen niet in combinatie met MTX worden gegeven. Laat altijd weten dat u MTX gebruikt als een arts met antibiotica wil starten.
- Laat uw arts of verpleegkundige weten als u andere medicijnen gebruikt. Met NSAID’s (zoals ibuprofen), antibiotica (penicilinne, ciprofloxacine) of andere afweeronderdrukkers (zoals sulfsalazine, azathioprine, rifampicine) moet u voorzichtig zijn.
- Kruiden of supplementen zoals Sint janskruid of echinacea kunnen de werking van MTX verminderen of verstoren.