Mycofenolaatmofetil bij longziekte

Mycofenolaatmofetil bij longziekte

Uw longarts heeft met u besproken om het medicijn mycofenolaatmofetil te gaan gebruiken. Dit medicijn is ook wel bekend onder de merknaam MMF/ Cellcept®, Myfenax® of Mycofenolaat mofetil®.

Wat het medicijn doet

Mycofenolaatmofetil behoort tot de groep medicijnen die we immunosuppressiva noemen. Dat zijn medicijnen die de natuurlijke afweer van het lichaam onderdrukken. Bijvoorbeeld omdat die te actief is. Dat brengt de activiteit van de (chronische) ontsteking tot rust.

We gebruiken mycofenolaatmofetil bij patiënten die een interstitiële longziekte hebben. Bijvoorbeeld patiënten met een auto-immuunaandoening die daardoor klachten aan hun longen hebben. Mycofenolaatmofetil wordt ook veel gebruikt bij reuma (bij auto-immuunaandoeningen). En na orgaantransplantaties, om te zorgen dat een orgaan niet afgestoten wordt.

Gebruik van mycofenolaatmofetil

• U krijgt mycofenolaatmofetil als tablet. Die moet u twee keer per dag innemen. Er zijn tabletten van 250 mg en van 500 mg.
• Meestal begint u met twee keer per dag 500 mg. Na vier weken kunnen we dat verhogen naar twee keer per dag 1.000 mg. Hoeveel u van het medicijn krijgt, kan verschillen. Ook kan dit tijdens de behandeling worden aangepast.
• Hoe lang u het medicijn krijgt, ligt aan hoe goed het bij u werkt. En of u niet te veel bijwerkingen krijgt.
• Neem de tabletten altijd rond dezelfde tijd in. Doe dat twee keer per dag, met steeds precies twaalf uur er tussen.
• U kunt het medicijn met of zonder eten innemen. Doe dat wel steeds op dezelfde manier, dus of met of zonder eten. Dat heeft namelijk invloed op hoeveel van de stof via de darm in uw bloed terecht komt.
• Het is belangrijk dat u niet kauwt op de tabletten. Slik de tabletten heel door met water.
• Neem de tabletten het liefst ná de maaltijd. Dan heeft u minder last van klachten aan uw maag of darmen, minder eetlust of misselijkheid of spugen.

U moet mycofenolaatmofetil twee tot drie maanden gebruiken voordat u merkt of het werkt. Soms gaat u daarom eerst ook nog door met de medicijnen die u al gebruikt. Uw arts bespreekt dat met u. Blijkt dat u goed om het medicijn reageert en geen bijwerkingen krijgt? Dan kunt u mycofenolaatmofetil langere tijd gebruiken.

Tabletten vergeten

Bent u vergeten de tabletten in te nemen? Doe dat dan alsnog op een later tijdstip, op dezelfde dag. Komt u er de volgende dag pas achter dat u de tabletten vergeten bent? Neem de tabletten dan niet meer.

Belangrijke informatie

Bijwerkingen

De meeste mensen verdragen mycofenolaatmofetil goed. Af en toe komen bijwerkingen voor. Die gaan meestal weer weg als u een tijdje stopt met de medicijnen of even minder medicijnen neemt. Soms is het nodig helemaal te stoppen.

Bij de apotheek krijgt u altijd een bijsluiter mee. Lees die goed door. Daarin staan alle bijwerkingen die kunnen voorkomen. Van zeer vaak tot zeer zelden. U kunt een bijwerking krijgen, maar dat hoeft niet. Neem contact op met uw arts of longverpleegkundige als u een last blijft houden van klachten. Deze bijwerkingen komen bijvoorbeeld voor:

• Klachten aan maag en darmen, zoals diarree, misselijkheid, spugen, minder eetlust en buikpijn.
• Koorts en griepachtige klachten zoals u naar voelen en hoofdpijn.
• U heeft een iets meer kans op bepaalde vormen van huidkanker. Die zijn meestal goed te behandelen.
• Als u overgevoelig bent voor mycofenolaatmofetil, kunt u een allergische reactie krijgen. Denk aan (nieuwe) huidafwijkingen, koorts of benauwdheid. Neem dan zo snel mogelijk contact op met uw huisarts, longarts of longverpleegkundige.

Infecties

U kunt met mycofenolaatmofetil makkelijker een infectie krijgen. Dit komt omdat het medicijn de werking van specifieke cellen in het afweersysteem remt. Ook uw afweer tegen infecties. Dat kunnen milde infecties zijn, zoals verkoudheid. Of specifieke infecties, zoals gordelroos of een blaasontsteking. Neem contact op met uw (huis)arts als u daar last van krijgt.

Ook ernstige infecties komen voor. U heeft dan bijvoorbeeld last van (hoge) koorts, erge kortademigheid of hoesten. Neem dan altijd contact op met uw huisarts, longarts of longverpleegkundige. Koorts is vaak een teken van een infectie of ontsteking in het lichaam.

Bloedonderzoek

Sommige bijwerkingen merkt u niet zelf. Bijvoorbeeld of uw lever en nieren goed blijven werken. Of afwijkingen in het bloed. Uw arts laat uw bloed controleren om dit in de gaten te houden. Zo kunnen we een aantal bijwerkingen snel opsporen. U krijgt een bloedonderzoek in de tweede en achtste week nadat u met het medicijn begonnen bent. Dit schema kunt u met uw arts invullen:

Goed om te weten