Nieuwe schouder

schouderprothese, schouderartroplastiek

Nieuwe schouder, schouderprothese, schouderartroplastiek

De kom op het schouderblad en de kop van de bovenarm vormen samen het schoudergewricht. Zowel de kom als de kop zijn bekleed met kraakbeen. Om het schoudergewricht heen zit het gewrichtskapsel. Daaroverheen lopen de spieren en pezen waarmee we de schouder bewegen. Deze spieren en pezen noemen we de rotator cuff (cuff is het Engelse woord voor manchet).

Slijtage schouder

Het kraakbeen kan in de loop van het leven slijten. Dit noemen we artrose. Een ongeval of een ontsteking in het gewricht, zoals we die bijvoorbeeld zien bij reumatoïde arthritis, kan deze slijtage versnellen. Als het kraakbeen versleten is, kan het gewricht niet meer soepel bewegen. Slijtage geeft pijn en stijfheid van het gewricht. Bij bewegen ontstaat irritatie, waardoor meer gewrichtsvocht wordt aangemaakt. Hierdoor wordt het gewricht dik.

Slijtage van de diepere pezen

Een andere vorm van slijtage is de slijtage van de diepere pezen in de schouder. Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van die pezen. Ze kunnen dan doorslijten en scheuren. Bij dit type scheuren is herstel niet mogelijk. U heeft pijn. Ook lukt het u niet of nauwelijks meer om uw arm op te tillen.

Slijtage door een ongeval

Slijtage kan ook optreden na een ongeval, als daardoor de bovenarm en schouderkop (en soms ook de schouderkom) gebroken zijn. Als het glijoppervlak is beschadigd, kan slijtage ontstaan. Ook dat levert dan weer pijn en stijfheid op.

Behandeling schouderslijtage

In eerste instantie behandelen we de pijnklachten met rust, warmte, pijnstillers, fysiotherapie en injecties. Er kan een moment komen dat deze manier van behandelen niet meer genoeg helpt. De orthopedisch chirurg kan dan het gewricht vervangen door een kunstgewricht (prothese). Pijn is meestal de belangrijkste reden om te opereren. Ook ernstige beschadiging van het gewricht en onvermogen tot het heffen van de arm kunnen redenen voor een operatie zijn.

Schouderprothese

Een schouderprothese vervangt de glijoppervlakken van de schouderkop en schouderkom. In die zin is deze prothese te vergelijken met een heup- of knieprothese. Afhankelijk van de conditie van het gewricht en de oorzaak van de slijtage kan uw orthopedisch chirurg kiezen uit diverse typen protheses.

1.    Short stem-prothese

De short stem-prothese is een halve bol die alleen het deel van de schouderkop vervangt waar het kraakbeen zit. Van het kommetje wordt ook het oppervlak vervangen.

2.     Anatomische of totale schouderprothese

Bij een totale schouderprothese vervangen we de schouderkop en de schouderkom door een prothese. Het deel van de prothese dat de kop vervangt, is gemaakt van metaal. De kop wordt aangepast aan de grootte en dikte van uw eigen schouderkop. Ook de steel passen we aan aan uw lichaamsbouw.

Omdat ook de kom beschadigd is door de slijtage vervangen we meestal ook het oppervlak van het kommetje. De schouderkom is gemaakt van kunststof. De schouderkom zetten we met botcement in het schouderblad vast.

3.    Reversed (omgekeerde) schouderprothese

Afhankelijk van de kwaliteit van de pezen in de  schouder kan de orthopedisch chirurg besluiten een ‘omgekeerde’ prothese te plaatsen. Dit doet de chirurg als de diepere pezen zijn weggesleten. Bij de omgekeerde prothese vervangen we de schouderkop door een kom met een steel.

De steel gaat in de bovenarm. De schouderkom vervangen we door een bol. De bol zetten we met schroeven in het schouderblad vast.

Dit type prothese plaatsen we ook vaak bij complexe breuken van de schouderkop.

3D-geprinte mal

Voor een lange levensduur van de prothese en voor een goede stabiliteit is het belangrijk dat we de prothese goed plaatsen. Bij ernstige slijtage van het kommetje is dat soms lastig. Daarom gebruiken we dan een 3D-geprinte mal. Die mal maken we speciaal voor uw schouder aan de hand van een CT-scan.

Botcement

Om de prothese op zijn plaats te houden, kan de chirurg indien nodig botcement gebruiken. Botcement is een speciale composietlijm. Als er geen botcement wordt gebruikt, wordt de prothese klemvast in het bot geplaatst..

Verwachtingen van een schouderprothese

De belangrijkste reden om een schouderprothese te plaatsen is om de pijn te bestrijden die door de slijtage optreedt. Na verloop van tijd zal de schouder weer wat soepeler worden. Het is meestal niet zo dat de schouder weer dezelfde beweeglijkheid terugkrijgt als uit uw jonge jaren.

PROMs

Binnen ons centrum vinden wij het belangrijk van u te vernemen hoe het u vergaat en hoe het resultaat is van uw operatieve behandeling. We vragen u een aantal malen voor controle op de polikliniek te komen. Wij houden het resultaat bij via gestandaardiseerde vragenlijsten en via onderzoek door een van onze fysiotherapeuten. Ook voor de operatie vragen we u een aantal vragenlijsten in te vullen. Na de operatie vragen we u opnieuw deze lijsten in te vullen. We noemen dat de PROMs (Patient Reported Outcome Measures). De gegevens bewaren we online op een veilig manier.

Om te controleren of de behandeling ook op lange termijn is geslaagd, maken we controlefoto’s één, drie en vijf jaar na de operatie.

Leven met een schouderprothese

Bij elke prothese blijft een kleine kans bestaan op een infectie bestaan. Ook in de toekomst.

Infecties van bijvoorbeeld blaas, longen of wonden aan de benen moeten daarom goed behandeld worden. Vaak zal de behandeling bestaan uit antibiotica. Laat bij uw eerstvolgende bezoek aan een andere arts, huisarts of specialist weten dat u een schouderprothese heeft. Bij operaties of andere inwendige ingrepen is bescherming met antibiotica nodig. Zo voorkomen we dat een infectie via de bloedbaan een ontsteking veroorzaakt rond uw schouderprothese.

Preoperatieve poli

Voorafgaand aan uw schouderoperatie komt u op de Preoperatieve poli. De schouderoperatie wordt uitgevoerd onder algehele anesthesie. Als het mogelijk is heeft het de voorkeur om hierbij ook een zogeheten tijdelijke zenuwblokkade uit te voeren. Dit geeft een zeer goede pijnstilling na de operatie en versnelt het herstel en de revalidatie. Op de Preoperatieve poli geeft de anesthesist na het onderzoek verder uitleg over de anesthesie en de mogelijke zenuwblokkade.

De operatie

De orthopedisch chirurg maakt aan de voorkant of aan de zijkant van uw schouder een snee om bij het schoudergewricht te komen. Door spieren en pezen opzij te leggen komt het gewricht vrij. De schouderkop halen we daarna uit de schouderkom.

Short stem-prothese

Als u een short stem-prothese krijgt, verwijderen we het  deel van de schouderkop dat kraakbeen draagt. De kom maken we met een frees schoon. We plaatsen daarna eerst de kom. Tot slot plaatsen we de prothese op de schouderkop.

Totale schouderprothese

Als u een totale schouderprothese krijgt, verwijderen we eerst de kop van de bovenarm. Dan verwijderen we het slechte kraakbeen van de kom met een frees. Daarna plaatsen we de kunstkom. Vaak maken we deze kunstkom vast met botcement.
Daarna maken we ruimte in het binnenste van de bovenarm (mergholte). Op de plek van de kop komt nu een schouderkop met steel. De steel zetten in het mergholte van de bovenarm vast. Eventueel gebruikt de orthopedisch chirurg hiervoor botcement. De pezen hechten we weer terug. Daarna sluiten we de operatiewond.
Ook als we kiezen voor een ‘omgekeerde’ prothese verwijderen we eerst de kop van de bovenarm. Dan verwijderen we het slechte kraakbeen van de kom met een frees. Op de kom plaatsen we een kunstbol. Daarna maken we ruimte in de mergholte van de bovenarm. Op de plek van de kop komt een kunstkom met steel (zie afbeeldingen hierboven).

Risico’s operatie

Net als elke operatie heeft ook deze operatie een risico op complicaties:

  • wondinfectie;
  • nabloeding;
  • zenuwletsel;
  • instabiliteit van het kunstgewricht;
  • loslaten van de schouderprothese.

Hoe lang duurt de operatie?

De operatie duurt gemiddeld één à twee uur, afhankelijk van het type prothese.

Hoe lang duurt de opname?

Om uw schoudergewricht te vervangen door een prothese verblijft u gemiddeld twee dagen in het ziekenhuis.

Na de operatie

De belangrijkste reden voor de operatie is de pijn. Deze pijnklachten verdwijnen na de operatie vrijwel helemaal. Na de operatie ervaart u echter een ander soort pijn. Deze pijn, ‘wondpijn’ genoemd, verdwijnt geleidelijk. Dit kan een kleine twee weken duren.

Sling

U krijgt direct na de operatie een sling aangemeten. Een sling is een ondersteunende draagband, u kunt deze draagband vergelijken met een mitella.
De eerste week na de operatie draagt u de arm continu in de sling. Alleen bij het doen van de oefeningen mag de sling los. Uw duim hoeft niet permanent in de lus, zeker niet als de duim nog verdoofd is. We raden u aan de sling ook ’s nachts om te houden. Zo beschermt u uw schouder tegen onverwachtse bewegingen. U draagt de sling drie tot zes weken. De lengte hangt af van het type prothese dat u heeft gekregen. In overleg met uw arts en fysiotherapeut kunt u het dragen van de sling afbouwen.

Fysiotherapie

De eerste dag na de operatie start u met een oefenprogramma onder leiding van een fysiotherapeut. Die oefeningen doet u om het gewricht weer soepel te krijgen, de beweeglijkheid te vergroten en – later –  ook de spierkracht te versterken. Het oefenprogramma herhaalt u zelf zonder begeleiding vier keer per dag. In Oefenprogramma na uw schouderoperatie leest u meer over dit oefenprogramma.

Na uw ontslag uit het ziekenhuis gaat u door met de fysiotherapie. Maak daarvoor een afspraak bij een gespecialiseerde fysiotherapeut bij u in de buurt. Doe dit voor de tweede week na de operatie.

Leefregels na de operatie

Voor een goede genezing is het belangrijk dat u in de eerste weken na de operatie de schouder niet te veel belast. Daarom gelden een aantal leefregels.

De eerste twee weken na de operatie (fase 1) mag u:

  • niet sporten;
  • geen zwaar huishoudelijk werk verrichten;
  • via een geleidelijke opbouw na twee weken weer zelfstandig wassen en aankleden;
  • starten met fase 1 van het oefenprogramma met eventueel advies van uw fysiotherapeut.

De eerste zes weken na de operatie mag u niet:

  • zelf fietsen, op een bromfiets rijden of autorijden;
  • op de zijde slapen waaraan u bent geopereerd;
  • uzelf opdrukken vanuit een stoel.

Controles na de operatie doen we meestal na twee weken, zes weken en drie maanden. We controleren dan de wond en vragen na hoe het gaat met de revalidatie. Twee weken na de operatie start u de behandeling bij de fysiotherapeut. Dit is belangrijk om te voorkomen dat u een stijve schouder krijgt. Neem samen met uw fysiotherapeut uw oefeningen door. De oefeningen staan in Oefenprogramma na uw schouderoperatie.

Vragen

Heeft u nog vragen? Ste1 die dan aan uw arts. U kunt hiervoor contact opnemen met:
Polikliniek Orthopedie, Schouder- en  Elleboogcentrum (poli 94) T 088 753 12 70

Bekijk ook de volgende websites:
www.zorgvoorbeweging.nl
www.schoudernetwerk.nl