Nieuwe schouder, schouderprothese, schouderartroplastiek
De kom op het schouderblad en de kop van de bovenarm vormen samen het schoudergewricht. Zowel de kom als de kop zijn bekleed met kraakbeen. Om het schoudergewricht heen zit het gewrichtskapsel. Daaroverheen lopen de spieren en pezen waarmee we de schouder bewegen. Deze spieren en pezen noemen we de rotator cuff (cuff is het Engelse woord voor manchet).
Slijtage schouder
Slijtage van de diepere pezen
Slijtage door een ongeval
Behandeling schouderslijtage
In eerste instantie behandelen we de pijnklachten met rust, warmte, pijnstillers, fysiotherapie en injecties. Er kan een moment komen dat deze manier van behandelen niet meer genoeg helpt. De orthopedisch chirurg kan dan het gewricht vervangen door een kunstgewricht (prothese). Pijn is meestal de belangrijkste reden om te opereren. Ook ernstige beschadiging van het gewricht en onvermogen tot het heffen van de arm kunnen redenen voor een operatie zijn.
Schouderprothese
Een schouderprothese vervangt de glijoppervlakken van de schouderkop en schouderkom. In die zin is deze prothese te vergelijken met een heup- of knieprothese. Afhankelijk van de conditie van het gewricht en de oorzaak van de slijtage kan uw orthopedisch chirurg kiezen uit diverse typen protheses.
1. Short stem-prothese
De short stem-prothese is een halve bol die alleen het deel van de schouderkop vervangt waar het kraakbeen zit. Van het kommetje wordt ook het oppervlak vervangen.
2. Anatomische of totale schouderprothese
Bij een totale schouderprothese vervangen we de schouderkop en de schouderkom door een prothese. Het deel van de prothese dat de kop vervangt, is gemaakt van metaal. De kop wordt aangepast aan de grootte en dikte van uw eigen schouderkop. Ook de steel passen we aan aan uw lichaamsbouw.
Omdat ook de kom beschadigd is door de slijtage vervangen we meestal ook het oppervlak van het kommetje. De schouderkom is gemaakt van kunststof. De schouderkom zetten we met botcement in het schouderblad vast.
3. Reversed (omgekeerde) schouderprothese
Afhankelijk van de kwaliteit van de pezen in de schouder kan de orthopedisch chirurg besluiten een ‘omgekeerde’ prothese te plaatsen. Dit doet de chirurg als de diepere pezen zijn weggesleten. Bij de omgekeerde prothese vervangen we de schouderkop door een kom met een steel.
De steel gaat in de bovenarm. De schouderkom vervangen we door een bol. De bol zetten we met schroeven in het schouderblad vast.
Dit type prothese plaatsen we ook vaak bij complexe breuken van de schouderkop.
3D-geprinte mal
Botcement
Verwachtingen van een schouderprothese
PROMs
Om te controleren of de behandeling ook op lange termijn is geslaagd, maken we controlefoto’s één, drie en vijf jaar na de operatie.
Leven met een schouderprothese
Bij elke prothese blijft een kleine kans bestaan op een infectie bestaan. Ook in de toekomst.
Infecties van bijvoorbeeld blaas, longen of wonden aan de benen moeten daarom goed behandeld worden. Vaak zal de behandeling bestaan uit antibiotica. Laat bij uw eerstvolgende bezoek aan een andere arts, huisarts of specialist weten dat u een schouderprothese heeft. Bij operaties of andere inwendige ingrepen is bescherming met antibiotica nodig. Zo voorkomen we dat een infectie via de bloedbaan een ontsteking veroorzaakt rond uw schouderprothese.
Preoperatieve poli
De operatie
De orthopedisch chirurg maakt aan de voorkant of aan de zijkant van uw schouder een snee om bij het schoudergewricht te komen. Door spieren en pezen opzij te leggen komt het gewricht vrij. De schouderkop halen we daarna uit de schouderkom.
Short stem-prothese
Totale schouderprothese
Daarna maken we ruimte in het binnenste van de bovenarm (mergholte). Op de plek van de kop komt nu een schouderkop met steel. De steel zetten in het mergholte van de bovenarm vast. Eventueel gebruikt de orthopedisch chirurg hiervoor botcement. De pezen hechten we weer terug. Daarna sluiten we de operatiewond.
Ook als we kiezen voor een ‘omgekeerde’ prothese verwijderen we eerst de kop van de bovenarm. Dan verwijderen we het slechte kraakbeen van de kom met een frees. Op de kom plaatsen we een kunstbol. Daarna maken we ruimte in de mergholte van de bovenarm. Op de plek van de kop komt een kunstkom met steel (zie afbeeldingen hierboven).
Risico’s operatie
Net als elke operatie heeft ook deze operatie een risico op complicaties:
- wondinfectie;
- nabloeding;
- zenuwletsel;
- instabiliteit van het kunstgewricht;
- loslaten van de schouderprothese.
Hoe lang duurt de operatie?
Hoe lang duurt de opname?
Na de operatie
De belangrijkste reden voor de operatie is de pijn. Deze pijnklachten verdwijnen na de operatie vrijwel helemaal. Na de operatie ervaart u echter een ander soort pijn. Deze pijn, ‘wondpijn’ genoemd, verdwijnt geleidelijk. Dit kan een kleine twee weken duren.
Sling
De eerste week na de operatie draagt u de arm continu in de sling. Alleen bij het doen van de oefeningen mag de sling los. Uw duim hoeft niet permanent in de lus, zeker niet als de duim nog verdoofd is. We raden u aan de sling ook ’s nachts om te houden. Zo beschermt u uw schouder tegen onverwachtse bewegingen. U draagt de sling drie tot zes weken. De lengte hangt af van het type prothese dat u heeft gekregen. In overleg met uw arts en fysiotherapeut kunt u het dragen van de sling afbouwen.
Fysiotherapie
Na uw ontslag uit het ziekenhuis gaat u door met de fysiotherapie. Maak daarvoor een afspraak bij een gespecialiseerde fysiotherapeut bij u in de buurt. Doe dit voor de tweede week na de operatie.
Leefregels na de operatie
Voor een goede genezing is het belangrijk dat u in de eerste weken na de operatie de schouder niet te veel belast. Daarom gelden een aantal leefregels.
De eerste twee weken na de operatie (fase 1) mag u:
- niet sporten;
- geen zwaar huishoudelijk werk verrichten;
- via een geleidelijke opbouw na twee weken weer zelfstandig wassen en aankleden;
- starten met fase 1 van het oefenprogramma met eventueel advies van uw fysiotherapeut.
De eerste zes weken na de operatie mag u niet:
- zelf fietsen, op een bromfiets rijden of autorijden;
- op de zijde slapen waaraan u bent geopereerd;
- uzelf opdrukken vanuit een stoel.
Controles na de operatie doen we meestal na twee weken, zes weken en drie maanden. We controleren dan de wond en vragen na hoe het gaat met de revalidatie. Twee weken na de operatie start u de behandeling bij de fysiotherapeut. Dit is belangrijk om te voorkomen dat u een stijve schouder krijgt. Neem samen met uw fysiotherapeut uw oefeningen door. De oefeningen staan in Oefenprogramma na uw schouderoperatie.
Vragen
Heeft u nog vragen? Ste1 die dan aan uw arts. U kunt hiervoor contact opnemen met:
Polikliniek Orthopedie, Schouder- en Elleboogcentrum (poli 94) T 088 753 12 70
Bekijk ook de volgende websites:
www.zorgvoorbeweging.nl
www.schoudernetwerk.nl