Adviezen na een gynaecologische operatie
U heeft een gynaecologische operatie gehad. Misschien is een eierstok of uw baarmoeder weggehaald. Of heeft u een andere operatie in de buik gehad of bent u geholpen aan een verzakking. Deze informatie en adviezen zijn belangrijk voor een goed herstel.
De buikwond
De huid rond de wond kan gevoelloos zijn. Dit komt omdat er zenuwtakjes zijn doorgesneden. Het kan lang duren voor dit hersteld is. De wond kan ook pijn doen. Bij een infectie is het belangrijk de wond goed te verzorgen. U herkent een infectie aan roodheid bij de wond, zwelling, verhoogde temperatuur en vorming van pus.
Vloeien
U kunt na de operatie nog een paar weken vloeien. Dit gaat meestal om oud bloed of wondvocht. Verliest u meer vocht dan bij een normale ongesteldheid? Neem dan contact op met de arts. Misschien heeft u een bloeding of bloeduitstorting. U mag geen tampon gebruiken.
Verandering in hormonen
In principe komt u niet eerder in de overgang als de baarmoeder is weggehaald. Toch hebben sommige vrouwen na de operatie klachten die daarop lijken. Opvliegers bijvoorbeeld. Dat komt omdat het bloed anders naar de eierstokken gaat door de operatie. De bloedvaten moeten zich aanpassen aan de nieuwe situatie. Heeft u na twee tot drie maanden nog steeds klachten? Neem dan contact op met uw gynaecoloog. We kunnen u dan misschien hormonen geven om minder klachten te hebben.
Moeheid
In het ziekenhuis had u misschien het gevoel dat u al weer heel wat kan. Eenmaal thuis valt dat in het begin tegen. U bent sneller moe en kunt soms minder aan dan u denkt. Het beste kunt u toegeven aan de moeheid en extra rusten. Te veel doen maakt uw klachten alleen maar erger. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet aankunt. Het is belangrijk daarnaar te luisteren.
Douchen en in bad
Houd het gebied bij de wond goed schoon. U kunt dit doen door te spoelen met kraanwater of te douchen. Dit kan geen kwaad voor de wond of het litteken. U mag niet in bad of gaan zwemmen. Dat geldt in de eerste twee weken na de operatie of zolang u blijft vloeien.
Huishouden
U mag licht huishoudelijk werk doen, zoals stoffen, afwassen en koken. Doe niet meer dan wat goed voelt. Ook hier geldt: te veel doen werkt in uw nadeel.
Sporten
Na vier weken mag u weer beginnen met sporten. Bij alles is het advies te luisteren naar wat uw lichaam als grens aangeeft. U mag ook buikspieroefeningen doen. Maar ga ook daarbij niet over uw grenzen heen.
Autorijden
U mag autorijden zodra u zich er zelf weer veilig bij voelt. Rijd de eerste keren geen grote afstanden. En ga de eerste keer liever niet alleen.
Fietsen
Een week na de operatie mag u weer gaan fietsen. Als u een operatie via de vagina heeft gehad, kan het op het zadel zitten soms problemen geven.
Vrijen
Wacht met vrijen tot u na zes weken op controle bent geweest. Als dan blijkt dat de wond en vaginatop goed genezen zijn, kunt u weer seks hebben. Andere vormen van seksualiteit zijn voor die tijd wel toegestaan. Masturbatie bijvoorbeeld. Maar gebruik geen vibrator.
Een orgasme kan anders voelen. Vaak zal de eerste keer vrijen na de operatie wat eng zijn voor u en uw partner. U hoeft niet bang te zijn dat de wond open gaat. Blijft u problemen houden met seksualiteit? Bespreek dit dan met de gynaecoloog.
Verstopping voorkomen
Door de operatie zijn de darmen stil komen te liggen. Omdat u minder beweegt dan anders, is er meer kans op verstopping. We raden daarom aan 1 tot 1,5 liter water (extra) te drinken en regelmatig te lopen.
Weer aan het werk
De periode van herstel kan voor elke vrouw anders zijn. Meestal kunt u na vier tot zes weken weer aan het werk. Maar dat ligt ook aan wat voor werk u doet.
Wanneer bellen
Neem contact op bij de volgende klachten:
- koorts (temperatuur boven de 38 °C)
- meer buikpijn of wondpijn
- meer roodheid, zwelling, vochtverlies bij de wond
- een opgezette buik
- meer bloedverlies uit de vagina
- blaasklachten of pijn bij het plassen
- misselijkheid of braken