Een operatie op de polikliniek Dermatologie
Je komt in het ziekenhuis voor een operatie van je huid. Tijdens de operatie halen we een stukje van je huid weg. Dit noemen we een biopt. Je hoeft niet onder narcose voor de operatie. Je krijgt plaatselijke verdoving. Na de operatie mag je weer naar huis.
Wat is het doel?
Het stukje huid gaat in een potje. Daarna wordt het opgestuurd naar de patholoog. Hij of zij bekijkt het stukje huid onder de microscoop. Dit onderzoek helpt om te weten wat er aan de hand is met je huid.
Hoe kun je je voorbereiden?
Eten en drinken
Je mag voor het biopt gewoon eten en drinken. Dat is juist goed om te doen. Eet dus wat je lekker vindt.
Verdovende crème
De dokter kan vooraf een verdovende crème voorschrijven. Deze crème heet EMLA. De crème verdooft de huid waardoor je weinig voelt. Deze crème smeer je 1 uur van tevoren op de plek waar we het stukje huid weghalen. Daarna dek je de crème af met huishoudfolie of een speciale pleister.
Afleiding
Neem iets wat je fijn vindt mee naar de afspraak. Denk bijvoorbeeld aan je knuffel, een boek, spelletje of een filmpje.
Plan
Maak met je ouders een plan wat je fijn vindt tijdens het biopt. Bijvoorbeeld: ga je wel of niet meekijken met wat de dokter doet? En wil je graag dat de dokter vertelt wat hij of zij doet of moet de dokter het gewoon doen?
Vooraf laten weten
Ben je allergisch voor verdovingsvloeistof, antibiotica of pleisters? Laat dit vooraf weten aan je dokter.
Broertjes of zusjes
Broertjes of zusjes kunnen niet mee naar de afspraak.
Hoe gaat de operatie?
- Je ligt of zit op de behandeltafel. Je ouders/verzorgers mogen bij je blijven. Soms kan je op schoot.
- Het stukje van je huid dat we gaan weghalen strepen we aan met een stift.
- We maken je huid schoon met alcohol. Dit heeft een speciale geur.
- Rond de plek die we weghalen komt een speciale doek.
- We verdoven de plek met een aantal prikken. De prik en het inspuiten van de verdoving kun je voelen. Daarna voel je geen pijn meer. Wel voel je dat de dokter bezig is.
- Na de verdoving snijden we de plek uit je huid.
- Na het wegsnijden heb je een wondje. Dit wondje hechten we meestal met hechtingen.
- Het stukje huid dat we hebben weggehaald gaat in het potje. Dit potje wordt opgestuurd voor onderzoek.
Na de operatie
- Na de operatie doen we een pleister op het wondje.
- De pleister moet 24 uur droog blijven. Daarna mag de pleister er weer af en mag de plek weer nat worden.
- Totdat de hechtingen eruit gaan mag je niet sporten, zwaar tillen of zwemmen. Je dokter vertelt na de operatie wat je wel en niet mag doen.
- Je krijgt een afspraak voor het weghalen van de hechtingen. Meestal krijg je dan ook de uitslag van het onderzoek.
Mogelijke problemen
- Gelukkig is de kans op problemen heel klein.
- Soms voel je de plek na de operatie nog. Als het nog pijn doet kan je een pijnstiller (paracetamol) nemen.
- Ook ontstaat soms een blauwe plek en een zwelling.
- Soms ontstaat er een nabloeding. Je moet de plek dan 2 keer 15 minuten stevig afduwen. Als de plek daarna blijft bloeden moet je contact opnemen met de polikliniek Dermatologie.
- Soms kan ook een infectie ontstaan. Dit merk je door pijn, zwelling, roodheid en pus. Je moet dan contact opnemen met onze polikliniek.
- Heel soms springt het wondje open. Ook dan moet je contact opnemen met onze polikliniek.
- Je krijgt een litteken van de operatie. We kunnen nooit precies zeggen hoe dit er uit gaat zien. Meestal ga je het litteken na een paar weken tot maanden vanzelf minder zien.