Operatie op de polikliniek Dermatologie

Operatie op de polikliniek Dermatologie

Binnenkort krijgt u een (kleine) operatie op de polikliniek Dermatologie. Een behandelaar van de polikliniek zal de ingreep doen. Dit kan iemand anders zijn dan met wie u eerder een afspraak had. U hoort dat vooraf. Na de ingreep kunt u weer naar huis.

 

Krijgt uw kind de operatie op de polikliniek? Lees dan ‘uw kind’ waar ‘u’ staat.

Voorbereiding

Eten en drinken

U mag voor de operatie gewoon eten en drinken. U hoeft dus niet nuchter te zijn.

Vooraf laten weten

Bent u allergisch voor verdovingsvloeistof, antibiotica of pleisters? Of heeft u een pacemaker of een inwendige defibrillator (ICD)? Laat dit vooraf weten aan uw behandelaar.

Bloedverdunners

Met bloedverdunners is er meer kans op nabloeden. Laat het uw behandelaar daarom weten als u bloedverdunners gebruikt. Meestal is het niet nodig met de medicijnen te stoppen. Soms vragen we wel de hoeveelheid aan te passen.

Vindt uw behandelaar het beter als u even stopt met de bloedverdunners of de hoeveelheid aanpast? Overleg dan zelf met de arts die de medicijnen heeft voorgeschreven of dat kan. Laat het uw behandelaar voor de ingreep weten als de arts vindt dat stoppen met de medicijnen niet kan.

Bent u onder controle bij de Trombosedienst vanwege uw bloedverdunners (coumarines)? Overleg dan met hen. Daarvoor gebruikt u het Trombosedienst-coumarine-meldformulier.

Behandeling

Op de dag van de ingreep komt u naar de polikliniek Dermatologie. Iets voor de tijd die is afgesproken. We roepen u binnen als u aan de beurt bent. Als u iemand heeft meegenomen kan die persoon in de wachtkamer wachten. Hoe lang de ingreep duurt ligt aan wat we bij u gaan doen.

  1. In de behandelkamer komt u op de behandeltafel zitten of liggen.
  2. De behandelaar ontsmet uw huid met een vloeistof die desinfecteert.
  3. U krijgt een verdovende prik. Die prik kan een beetje pijn doen.
  4. De arts dekt uw huid af met een steriele doek. Die komt rond het gebied dat we gaan opereren te liggen.
  5. Van de ingreep zelf voelt u door de verdoving niets.
  6. Als de ingreep klaar is maken we de wond dicht. De assistent verbindt de wond.

Na de behandeling

Hechtingen

U krijgt een afspraak om de hechtingen weg te laten halen. Meestal is dit na één of twee weken. Dat ligt aan waar we u geopereerd hebben.

Uitslag onderzoek

Hebben we uw weefsel opgestuurd voor onderzoek door de patholoog? Dan is de uitslag meestal bekend als u komt om de hechtingen weg te laten halen. We kunnen de uitslag dan met u bespreken.

Pijn

Als de verdoving is uitgewerkt, kan de plek die geopereerd is wat gevoelig of pijnlijk zijn. U kunt hiervoor paracetamol innemen. Maximaal vier keer per dag 1.000 mg.

Wordt de geopereerde plek na een paar dagen erg pijnlijk? Of krijgt u koorts? Neem dan contact op met uw behandelaar van de polikliniek Dermatologie. Wacht niet tot u de volgende afspraak in de polikliniek heeft.

Verzorging wond

  • Zorg dat de wond de dag van de ingreep en de eerste dag daarna goed droog blijft.
  • Is een pleister of drukverband gebruikt? Dan mag u die na één dag weghalen.
  • Op de plek waar u geopereerd bent, komt vaak een blauwe plek. Dit is normaal. De blauwe plek gaat na een tijdje vanzelf weer weg.

Adviezen

Doe het de eerste dagen na de ingreep rustig aan. Dat betekent in elk geval:

  • geen zware inspanning
  • niet sporten

Wat verder wel en niet mag ligt aan welke ingreep u gehad heeft. De behandelaar en doktersassistent laten u dit weten. We geven de adviezen ook aan u mee op papier. Zo kunt u alles thuis rustig nalezen.

Litteken

Elke operatiewond geeft een litteken. Hoe goed de wond geneest, heeft vooral te maken met:

  • welk type huid u heeft
  • of u rookt (roken is slecht voor de genezing van de wond)
  • de plek waar u geopereerd bent

Alle littekens zijn eerst rood of paars. Later worden ze bleker. Dit kan na een paar weken zijn, maar ook pas na maanden of een paar jaar. Houd het litteken de eerste zes weken weg uit zonlicht. Ga er ook niet mee onder de zonnebank. Daarna kunt u wel in de zon zitten. Bescherm het litteken dan wel met een zonnebrandcrème met beschermingsfactor SPF 30 of hoger.

Mogelijke problemen

Nabloeding

Soms ontstaat na de operatie een nabloeding. Druk dan met een schone handdoek een kwartier stevig op de wond, zonder die los te laten. Doe dit nog een keer een kwartier als de bloeding niet is gestopt. Meestal zal nabloeding dan stoppen.

  • Stopt de nabloeding? Laat dan wel bij de polikliniek weten dat u een nabloeding heeft gehad.
  • Stopt de nabloeding niet na twee keer een kwartier drukken? Neem dan direct contact op.

Bloeduitstorting

Vooral bij een ingreep in het gezicht kunt u een bloeduitstorting krijgen. Meestal zwelt de plek ook op.

Infectie

Een infectie herkent u aan meer pijn, zwelling, roodheid en pus uit de wond. Soms ook met koorts.

Wond open

In zeldzame gevallen kunnen de randen van de wond losraken en springt de wond open.

Beschadiging gevoelszenuwen

Bij de ingreep kunnen (kleine) gevoelszenuwen beschadigd raken. Daardoor kan het gevoel op die plek veranderen. Meestal wordt dit na een paar maanden weer beter. In hele zeldzame gevallen kan een zenuw van de aangezichtsspieren beschadigen.

Losse hechting

De hechtingen die we in de diepte gebruiken, lossen pas na een paar maanden op. Heel soms komt zo’n hechting door de huid naar buiten. We kunnen die dan makkelijk weghalen.

Heeft u problemen, zoals een nabloeding, heftige pijn of een infectie? Of is de wond opengegaan? Neem dan tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Dermatologie, T 088 753 1120. Voor spoedgevallen buiten kantooruren belt u met de afdeling Spoedeisende Hulp, T 088 753 1753.

Controle

Bij een kwaadaardig huidgezwel controleren we de plek die behandeld is in ieder geval nog één keer. De behandelaar bij wie u voor de ingreep al was, doet de controle. U maakt hiervoor een afspraak.