Permanente katheter

voor dialyse

Permanente katheter voor hemodialyse

De dialysekatheter is een kunststof slangetje. Een gedeelte van de katheter plaatsen we onderhuids, door middel van een cuff die vastgroeit. We doen dit om infectie tegen te gaan. De katheter heeft 2 slangetjes (lumen).

Wat kunt u verwachten?

Voorbereiding

Uw arts en een verpleegkundige informeren u over de operatie.

Bij opname

  • De dag vóór de operatie of op de operatiedag zelf nemen we u op in het ziekenhuis.
  • Breng uw medicijnen mee naar het ziekenhuis. Met de verpleegkundige overlegt u welke medicijnen u op de dag van de operatie kunt innemen.
  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan heeft uw arts waarschijnlijk al met u afgesproken dat u hier tijdelijk mee moet stoppen.
  • Tijdens uw ziekenhuisverblijf behandelen we u met een neuszalf. De verpleegkundige geeft u uitleg en instructie.

Voor de operatie

  • Voor de operatie moet u nuchter zijn. U mag dan vanaf twaalf uur ’s nachts niets meer eten of drinken tot na de operatie.
  • Als de operatie later op de dag plaatsvindt, mag u in de ochtend een kopje thee en een beschuit gebruiken.

De operatie

Een vaatchirurg voert de operatie uit. De operatie duurt ongeveer een uur.

Na de operatie

  • Na de operatie heeft u een dialysekatheter die op de borstkas uit de huid komt.
  • De katheter is bedekt met een pleister.
  • U heeft ook een kleine wond in de hals die ook met een pleister is bedekt.
  • Het operatiegebied kan gevoelig zijn. Heeft u hier last van? Geef dit dan door aan de afdelingsverpleegkundige. Die kan u dan pijnstillende medicatie geven.
  • Op de dag van de operatie en de eerste dag na de operatie vindt bij voorkeur geen dialyse plaats.
  • De dialysekatheter vullen we op met een antistollingsmiddel. Hiervoor komt de dialyseverpleegkundige bij u langs.

Eerste dialyse op tweede dag na operatie

De tweede dag na de operatie vindt meestal de eerste dialyse plaats.

De verzorging

  • De pleister op de katheter verschonen we volgens protocol op de dialyseafdeling.
  • De eerste twee à drie weken mag u niet douchen.
  • De nefroloog beoordeelt of de katheter goed is ingegroeid en geeft u toestemming om te douchen. U krijgt dan een uitgebreide douche-instructie mee.

Adviezen en controles

Neem in de volgende gevallen direct contact op, ook ’s avonds of in het weekend:

  • als de dopjes (of één dopje) loslaten of er af zijn;
  • als de pleister loslaat;
  • als de pleister bloederig is;
  • bij pijn of zwelling bij de insteekplaats (dit kan wijzen op infectie);
  • als u een niet-frisse lucht ruikt rond het verband (dit kan wijzen op infectie);
  • als u verhoging of koorts heeft boven de 38 °C (dit kan wijzen op infectie).

Wat doen bij veranderingen of complicaties

Bemerkt u veranderingen of complicaties? Vertrouwt u het niet? Neem overdag contact op met de verpleegkundigen op de dialyseafdeling, T 088 753 24 06. Zij zijn rechtstreeks bereikbaar van 08:00 tot 20:15 uur.

Neem na 20:15 uur contact op met de receptie van het ziekenhuis, T 088 753 1 753. De receptionist verbindt u door met de dienstdoende arts-assistent. Die neemt zo nodig contact op met de nefroloog.
Meld dan altijd dat u dialysepatiënt bent!

Contact