PET-CT bijschildklier

Voorbereiding
Eten en drinken
U mag voor het onderzoek gewoon eten en drinken.
Medicijnen
- Medicijnen kunt u gewoon innemen. Op één medicijn na: Colchicine. Met dit medicijn moet u 48 uur voor het onderzoek stoppen.
- Twijfelt u of u uw medicatie kunt innemen? Neem dan contact op met de arts die dit onderzoek voor u heeft aangevraagd.
Zwangerschap en borstvoeding
- Bent u (misschien) zwanger? Neem dan contact op met uw arts. Misschien kunnen we voor een ander onderzoek kiezen.
- Geeft u borstvoeding? Dit kan mogelijk even niet door de radioactieve vloeistof die u krijgt bij dit onderzoek. Ook moet u afstand houden tot kleine kinderen, vooral zuigelingen. Vraag aan de laborant of en wanneer u weer borstvoeding mag geven en hoe lang u afstand moet houden.
Dag van het onderzoek
- Doe kleren aan die makkelijk zitten, zonder metaal erin. Dus zonder bijvoorbeeld ritsen of drukknopen.
- Doe al uw sieraden uit en af.
- Heeft u een gebitsprothese? Gebruik op de dag van het onderzoek geen Kukident of andere kleefpasta’s. Haal uw prothese vlak voor het onderzoek uit uw mond.
- Voor de scan maakt het niet uit of u metalen in het lichaam heeft. Bijvoorbeeld een pacemaker of gewrichtsprothese. Ze hebben ook geen invloed op de scan.
In het ziekenhuis
Neemt u iemand mee naar het ziekenhuis? In de wachtruimte bij de afdeling is niet veel ruimte. De persoon die met u mee is kan tijdens het onderzoek wachten in de centrale hal van het ziekenhuis. Of tussendoor naar huis te gaan. Bij het onderzoek zelf mag niemand anders mee naar binnen.
Onderzoek
Het onderzoek duurt in totaal ongeveer 1 uur en 15 minuten. Daar zit ook de voorbereiding en 30 minuten wachttijd bij. De PET-CT-scan zelf duurt ongeveer een half uur.
1. Voorbereiding
- De laborant legt uit hoe het onderzoek gaat.
- U krijgt een infuus. Via dit infuus geven we de radioactieve vloeistof Fluor-18-Choline. U merkt hier niets van. U krijgt het niet warm en wordt niet misselijk, akelig of slaperig.
2. Wachttijd
De radioactieve vloeistof moet 30 minuten inwerken. In die tijd mag u doen wat u wilt. De laborant vertelt u hoe laat u weer terug moet zijn voor de scan.
3. Scan
- Op de afgesproken tijd komt u weer terug.
- De laborant vraagt u om eerst naar de wc te gaan.
- De laborant neemt u dan mee naar de scanruimte. U komt op een smalle tafel liggen.
- Met de scan brengen we de radioactieve vloeistof in beeld. Zo brengen we ook de bijschildklier in beeld.
- Tijdens het maken van de scan vragen we u zo rustig mogelijk te blijven liggen.
- U schuift een paar keer door de scanner. De scanner maakt geen hard geluid. We houden u via een camera in de gaten.
Na het onderzoek
Naar huis
- Na het onderzoek kunt u weer naar huis. Met de radioactieve vloeistof Fluor-18-Choline kunt u gewoon autorijden.
- Heeft u een rustgevend medicijn gebruikt? Dan mag u niet zelf naar huis rijden.
De uitslag
De laborant verwerkt de beelden en stuurt die naar de nucleair geneeskundige. Die beoordeelt de beelden. Het verslag gaat naar de arts die u behandelt. U maakt een afspraak met uw arts om de uitslag te bespreken.
De radioactieve vloeistof
U krijgt maar een heel klein beetje radioactieve vloeistof bij dit onderzoek. De hoeveelheid straling kunt u vergelijken met het maken van een gewone röntgenfoto. U heeft daar dus verder geen last van. De ingespoten radioactieve vloeistof gaat vanzelf uit uw lichaam, via uw nieren. U moet wel afstand houden tot kleine kinderen, vooral zuigelingen. Vraag aan de laborant hoe lang u afstand moet houden.