Tijdelijke pacemaker
We noemen een tijdelijke pacemaker ook wel een uitwendige pacemaker. We plaatsen het apparaatje namelijk niet onder uw huid, zoals dat bij een gewone pacemaker gebeurt. Het is een groter kastje buiten uw lichaam.
Voorbereiding
We proberen uw hartritme eerst met medicijnen weer goed te krijgen. Lukt dit niet en wordt uw hartslag erg langzaam? Dan kan dat gevaarlijk zijn voor de doorbloeding van andere organen in het lichaam. In dat geval kunnen we een tijdelijke pacemaker plaatsen. We doen dit bijvoorbeeld bij:
- een plotseling zieke of bij het Sick Sinus Syndroom.
- een plotselinge of tijdelijke hartritmestoornis (AV-blok). Die kan tijdelijk ontstaan na een hartinfarct of hartoperatie.
Behandeling
- We brengen de pacemakerdraad in op de afdeling Hartkatheterisatie. U krijgt daarvoor een plaatselijke verdoving.
- We kunnen de pacemakerdraad op verschillende manieren inbrengen. Uw cardioloog beslist hierover.
- We gebruiken röntgenbeelden om de draad van de pacemaker tot in de rechterkamer van het hart te brengen.
- Als de draad goed ligt, sluiten we die aan op de tijdelijke pacemaker.
Na de behandeling
- De cardioloog kijkt hoe de tijdelijke pacemaker ingesteld moet worden.
- Minimaal één keer per dag bespreken we de instellingen van de pacemaker. Als dat nodig is, passen we die aan.
- Soms moet u tijdens de behandeling met de tijdelijke pacemaker in bed blijven of mag u niet te veel bewegen. Dat ligt aan hoe de pacemakerdraad bij u loopt.
Verdere behandeling
De behandeling met een uitwendige pacemaker is altijd tijdelijk. Soms zijn ook de problemen met uw hartritme tijdelijk en is verder geen behandeling meer nodig. Of helpt het genoeg om medicijnen te nemen voor uw problemen. We kunnen ook besluiten dat het beter is een gewone pacemaker bij u te plaatsen.