Ureterorenoscopie (URS)
De uroloog brengt voor het onderzoek een dun, hol buisje (de ureterorenoscoop) via de plasbuis en de blaas in de urineleider. Daarmee kunnen we tot in het nierbekken kijken. Kleine afwijkingen kunnen we meteen behandelen.
Onderzoek
We doen het onderzoek onder volledige verdoving (narcose). De operatie duurt meestal ongeveer 60 minuten. Dat ligt ook aan wat de uroloog ziet en eventueel weg moet halen.
- Tijdens de operatie ligt u op uw rug, met uw benen in beensteunen.
- Via de plasbuis en de blaas brengt de uroloog de ureterorenoscoop in de urineleider tot in de nier.
- Kleine afwijkingen kan de uroloog gelijk behandelen. Bijvoorbeeld een niersteen vergruizen of weghalen. Of een stukje weefsel wegnemen voor verder onderzoek.
JJ-stent
Na de operatie kan een zwelling of bloedstolsel ontstaat of kan een reststeentje achterblijven. We willen niet dat de urine daardoor niet goed van de nier naar de blaas kan stromen. De uroloog kan er dan voor kiezen een JJ-stent achter te laten. Dit is een dun slangetje in de urineleider. We halen die een paar weken later op de polikliniek weer weg.
Soms blijkt tijdens de operatie dat de urineleider te nauw is om de ureterorenoscopie te doen. Ook dan kan de uroloog besluiten om een JJ-stent in te brengen. Hierdoor wordt de urineleider wijder. De operatie kan dan na een paar weken alsnog gedaan worden.
Mogelijke problemen
- Krijgt u de operatie voor een steen in de urineleider? Dan kan die soms tijdens de operatie naar boven schieten, terug de nier in. De steen is dan vaak moelijker te vinden.
- Na de operatie kunt u een urineweginfectie ontwikkelen. Zo nodig krijgt u dan antibiotica voorgeschreven.
- Soms raakt de wand van de urineleider beschadigd (perforatie). We moeten dan stoppen met de operatie. We laten dan een JJ-stent achter, waardoor de urineleider zelf zal herstellen.
Na het onderzoek
- Soms krijgt u na de operatie een slangetje in de blaas en plasbuis om uw plas af te voeren (katheter). Die halen we de volgende morgen weer weg.
- U mag weer naar huis als u heeft geplast, geen koorts heeft en zich verder goed voelt. Meestal is dat een dag na de operatie.
- Het is belangrijk dat u na de operatie genoeg drinkt. Minimaal twee liter per 24 uur.
- Uw plas kan tot een paar weken na de operatie nog bloederig zijn. Ook hiervoor is het belangrijk dat u goed drinkt.
Bewegen
Weer thuis mag u alles weer doen. Ook sporten. Maar luister wel goed naar uw lichaam. U heeft wel een operatie gehad.
Medicijnen
- Is een JJ-stent geplaatst? Dan kunt u die voelen bij het plassen. De JJ-stent kan ook steeds een vervelend gevoel geven. Als dat nodig is, kan de uroloog u hiervoor medicijnen voorschrijven.
- Is tijdens de ingreep een niersteentje vergruisd? Dan blijven soms reststeentjes achter. Die kunnen zorgen voor koliekpijnen. Die pijn is goed te behandelen met pijnmedicijnen.
Wanneer contact opnemen
Maakt u zich zorgen of heeft u vragen? Dan mag u altijd bellen met de verpleegafdeling of polikliniek Urologie om te overleggen. Bel in ieder geval bij deze klachten:
- Als u koorts boven de 38,5 °C blijft houden.
- Als u pijn blijft houden, ook als u pijnmedicijnen neemt.
- Als u (veel) bloedstolsels in uw plas heeft.
- Als u niet meer kunt plassen.
Gebeurt dit binnen 24 uur nadat u uit het ziekenhuis bent gekomen? Dan kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp. Tijdens kantooruren belt u met de polikliniek Urologie. Na die tijd neemt u contact op met de huisartsenpost.