Vrijheidsbeperkende interventies (VBI)
Bij uzelf, uw familielid of naaste kunnen we maatregelen nemen om de bewegingsvrijheid te beperken. Dit noemen wij vrijheidsbeperkende interventies (VBI). Dit is soms nodig om de patiënt tegen zichzelf of anderen te beschermen. De verpleegkundige en/of uw arts heeft u uitgelegd waarom deze maatregelen worden ingezet en wat dat inhoudt.
Wat zijn vrijheidsbeperkende interventies?
Meest gebruikte vrijheidsbeperkende maatregelen die in het ziekenhuis worden genomen zijn:
- Bedhekken omhoog plaatsen
- (Rol)stoel met tafelblad
- Een optiscan (bewegingsdetector)
Zwaardere maatregelen:
- Een veiligheidshandschoen
- Een band om de buik in bed. Dit noemen we een onrustband.
- Een band om de polsen of enkels.
- Een extra laagbed
- Een tentbed
Meestal krijgen patiënten die zwaardere vrijheidsbeperkende interventies nodig hebben ook rustgevende medicatie.
Wanneer worden vrijheidsbeperkende interventies genomen?
Er zijn 6 situaties om vrijheidsbeperkende interventies toe te passen. Dat zijn:
- Acute verwardheid
- Fysieke agressie
- Neiging tot het verwijderen van medisch materiaal (infuus, sonde)
- Valgevaar
- Weglopen of dwalen
- Weg- of onderuitglijden in stoel of bed
Door dit gedrag kan iemand een gevaar zijn voor zichzelf of zijn omgeving. Ook kan het invloed hebben op de behandeling en het herstel. Het besluit om deze maatregelen toe te passen is zorgvuldig genomen, volgens de regels uit de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO).
Noodsituatie
Als zich een noodsituatie voordoet, vindt het overleg tussen arts en verpleegkundige achteraf plaats. Ook de familie wordt dan op een later tijdstip ingelicht. Van een noodsituatie is sprake als een patiënt een direct gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving. Het gevaar is niet op een andere wijze af te wenden.
Zolang uw naaste in zijn vrijheid beperkt is, houden de behandelend arts en verpleegkundige hem goed in de gaten. Dagelijks evalueren zij of de vrijheidbeperkende interventies nog noodzakelijk zijn. Dit wordt allemaal zorgvuldig vastgelegd in het dossier.
Voorkomen van vrijheidsbeperkende interventies
Het beperken van de vrijheid is altijd de laatste keuze. Er wordt altijd eerst geprobeerd om het te voorkomen.
Voorbeelden hiervan zijn:
- Een klok en kalender ophangen om verwardheid te voorkomen
- Een veilige omgeving creëren: een goed verlichte kamer, loopmiddelen in de buurt, stevige schoenen, geen scherpe voorwerpen, foto’s van bekenden in de kamer
- Regelmatig vertellen dat patiënt in het ziekenhuis is en waarom
- In-rooming; 24 uur per dag een bekende van de patiënt aanwezig (in overleg met verpleegkundige)
- Bezoekers over de dag verspreid, in plaats van veel tegelijk.
Pas als dat niet lukt, overlegt de verpleegkundige met de arts. De arts geeft toestemming en er vindt overleg plaats met de familie/naasten. De familie kan een belangrijke rol spelen bij de aanpak en het voorkomen van vrijheidsbeperkende maatregelen. De inzet van familie of naasten kan hierbij helpen. Heeft u tips die een positieve invloed hebben op het gedrag van uw naaste? Geeft u deze dan door aan de verpleegkundige.