Zelf katheteriseren

na een bevalling of operatie

Zelf katheteriseren

Na een operatie of bevalling lukt het soms niet om uw blaas goed leeg te maken. We kunnen de blaas dan leegmaken met een katheter, een dun plastic slangetje. Dat noemen we katheteriseren. U gaat zelf katheteriseren. We leggen uit hoe en hoe vaak u dat moet doen. En hoe u het zelf katheteriseren weer afbouwt.

 

Als u geopereerd bent, kunt u soms niet goed uitplassen door medicijnen van een ruggenprik of narcose. Of omdat de blaas anders is komen te liggen en de plasbuis wat opgezwollen is. Soms maken hechtingen het lastig om uit te plassen. Ook na een bevalling kan de plasbuis opgezwollen zijn. De klachten gaan na een tijdje weer over.

Voorbereiding

Katheters

In overleg met u bepalen we welke katheter voor u geschikt is. De dunne, plastic katheters zijn apart verpakt. U kunt ze na gebruik weggooien. De katheters worden vergoed door de verzekering. We melden u aan bij een medische speciaalzaak. En we zorgen voor de machtiging die nodig is voor uw verzekering voor vergoeding.

De medische speciaalzaak (Combicare of Mathot) stuurt de materialen per post naar u thuis. Dit is meestal binnen 24 uur na telefonisch overleg. Hierna belt u zelf naar de firma als u nieuwe materialen nodig heeft. U geeft uw naam en geboortedatum en vertelt welke materialen u heeft. Daarbij geeft u ook de codes van het materiaal door.

Behandeling

Hoe vaak

Hoe vaak u per dag moet katheteriseren, ligt aan hoeveel plas in de blaas achterblijft na het uitplassen. Die hoeveelheid noemen we het residu. Het residu mag per keer niet groter zijn dan 500 ml. Lukt plassen helemaal niet? Dan kunt u zes keer per dag katheteriseren. En eventueel een keer extra midden in de nacht als u voelt dat u moet, maar als dat niet lukt.

Als u voelt dat u moet plassen, gaat u altijd naar de wc om het te proberen. Als het tussen de tijdstippen van het katheteriseren lukt, dan hoeft u de blaas niet leeg te maken. U mag drinken zoals u bent gewend. Ons advies is om na 20:00 uur niet meer te drinken.

Opstartschema

U start in het ziekenhuis op met het schema dat hieronder staat. Hoe vaak u moet katheteriseren, ligt aan hoeveel plas (residu) achterblijft na twee keer te hebben uitgeplast. Dit zijn de richtlijnen:

  • 100-200 ml residu: een keer per dag katheteriseren, meestal vóór de nacht
  • 200-300 ml residu: twee keer per dag katheteriseren, bij het opstaan en vóór de nacht
  • 300-400 ml residu: drie keer per dag katheteriseren
  • 400-500 ml residu: vier keer per dag katheteriseren
  • 500-600 ml residu: vijf keer per dag katheteriseren
  • meer dan 600 ml residu: zes keer per dag katheteriseren, bij het opstaan, vóór de nacht en de rest verdeeld over de dag

Katheteriseren afbouwen

Is de hoeveelheid plas (residu) die achterblijft na het katheteriseren twee keer minder dan 100 ml? Dan kunt één keer per dag minder katheteriseren. Als u dat bijvoorbeeld eerst vijf keer per dag deed, doet u dat nu vier keer per dag. Meet u de volgende dag weer twee keer minder dan 100 ml residu? Dan gaat er weer een keer katheteriseren vanaf.

Pijnstillers

Als u iets langer zelf katheteriseert, kan het slangetje soms een wat brandend gevoel geven. Dit kan geen kwaad. U kunt hiervoor paracetamol nemen, tot vier keer per dag 1.000 mg.

Controle

  • Na ongeveer een week komt u terug bij uw gynaecoloog op de polikliniek. Het kan zijn dat we daarna telefonische afspraken maken om te volgen hoe het met u gaat.
  • Twijfelt u of u een blaasontsteking heeft? Laat dan uw plas nakijken via de polikliniek.