Samen op weg

Interview

Samen op weg

Juni 2020

Programmaleiders Zorg Dichterbij Anna-Linde Schermerhorn en Ruud Davids.

Hoe zorgen we ervoor dat we samen de zorg in de regio Gooi en Vechtstreek zo goed mogelijk vormgeven? Passend bij de huidige tijd en zodanig dat deze niet alleen waardevol is voor de patiënt maar ook werkbaar voor degenen die de zorg samen verlenen. Over de schotten heen. Dat is de opdracht van het programma Zorg Dichterbij. Programmaleiders Ruud Davids (Tergooi MC) en Anna-Linde Schermerhorn (Zilveren Kruis) beantwoorden zeven vragen over de uitdagingen, werkwijze en succesfactoren van het programma Zorg Dichterbij.

Wat is de noodzaak van het programma?

Anna-Linde: ‘Die is landelijk en groot. Door de toenemende vergrijzing groeit de zorgvraag en om dit op te vangen met de mensen en middelen die we nu hebben, moeten we de zorg anders organiseren. Uitgangspunt hierbij is dat de kwaliteit van zorg minimaal gelijk blijft. Dat doen we vooral door te kijken naar nieuwe manieren van samenwerken maar ook door de zorg te verrijken met technologie. Niet alleen omdat het moet en kan, maar ook omdat mensen dit graag willen in de huidige tijd, want waarom boek je wel je hotel online maar niet je dokter?’

Wat betekent dat voor de Gooi en Vechtstreek?

Ruud: ‘Als we niets doen, staat ook hier de toegankelijkheid van zorg onder druk en ontstaat wachtlijst op wachtlijst. Het grote voordeel van de Gooi en Vechtstreek is dat we een overzichtelijk zorglandschap hebben met een goed georganiseerde huisartsenorganisatie (GHO-GO), de vier VVT-instellingen Amaris, Vivium, Hilverzorg en Inovum en één ziekenhuis (Tergooi MC). Dat maakt het makkelijker om te innoveren. En hoewel gestart vanuit Tergooi MC en Zilveren Kruis, kwamen we er al heel snel achter dat we de verandering alleen in nauwe samenhang met alle zorgpartners en met patiënten voor elkaar kunnen krijgen. We zitten dus samen om tafel.’

Wat bepaalt het succes van het programma?

Ruud: ‘Bij elk project is het vertrekpunt een medisch inhoudelijke verandering en ligt het eigenaarschap bij de medisch professional. Daarnaast is de technologie ondersteunend en niet leidend zoals je wel vaker ziet. En we realiseren ons dat dit niet van de ene dag op de andere is geregeld, dus hebben we afgesproken dat we er drie jaar aan werken.’
Anna-Linde: ‘We zijn proactief met de zorg bezig. Het doel is om de zorg in de regio anders te organiseren. We proberen zorg te voorkomen en te verplaatsen naar plekken waar patiënten dat fijner vinden. Daarnaast verrijken we de zorg met digitale tools, zodat patiënten makkelijker de eigen regie kunnen nemen als zij dat willen.’

Wat is precies de rol van de huisartsen en de VVT-instellingen?

Ruud: ‘Hun inzet is medebepalend voor het succes. Ook zij bouwen mee aan de nieuwe werkwijzen van specifieke behandelingen voor specifieke groepen patiënten. Ze zijn ook van harte uitgenodigd om initiatieven te starten. In vrijwel elke project zijn er professionals vanuit de VVT of vanuit de huisartsen betrokken.’
Anna-Linde: ‘Dit begint allemaal met het aandragen van ideeën. Als je zelf tegen iets aanloopt waarvan je denkt dat het beter kan, dan gaan we samen kijken hoe we dit verder kunnen vormgeven en uitvoeren.’

Bij elk project is het vertrekpunt een medisch inhoudelijke verandering en ligt het eigenaarschap bij de medisch professional.

Zijn er al voorbeelden?

Ruud: ‘Zeker. Er loopt een project ‘Ruisloze ouderenzorg’ waarbij thuisdiagnostiek wordt toegepast voordat een kwetsbare oudere naar de SEH wordt doorverwezen. In dit voorbeeld ligt het primaat bij de eerste lijn. Er zijn ook projecten gericht op anderhalvelijnszorg, bijvoorbeeld rondom het cardiovasculaire risicomanagement (CVRM). Bij CVRM ligt de verantwoordelijkheid van het samenwerken bij het ziekenhuis en de huisarts samen. En dan zijn er projecten waarbij het primaat in de tweede lijn ligt, maar waarbij we op een andere manier samenwerken, bijvoorbeeld door een meekijkconsult met een specialist voordat er wordt doorverwezen.’

Denken jullie ook na over bekostiging?

Ruud: ‘Natuurlijk. Voordat we een nieuwe werkwijze opschalen naar alle patiënten waarop deze betrekking heeft, moet het financieel kloppen voor alle betrokkenen. Dus zowel voor huisartsen, VVT-instellingen en medisch specialisten als voor het ziekenhuis en de verzekeraars. Er moet dus een financieel model onder liggen waarin iedereen zich kan vinden en dat is bij de projecten die over de schotten heen gaan een behoorlijke uitdaging.’
Anna-Linde: ‘De zorgverzekeraars samen zetten voor de financiering van het programma transformatiegelden in. Dit zijn gelden die een verzekeraar kan inzetten om zorg te voorkomen, te vervangen door andere zorg of te verplaatsen naar de juiste plek.’

Wat maakt dit programma uniek?

Anna-Linde: ‘Het is uniek dat we samenwerken op een gelijkwaardige en evenwichtige manier. Natuurlijk hebben we discussies en zijn er nog veel dingen die we moeten uitvinden en ontdekken, maar we hebben dezelfde doelen voor ogen. We leren er veel van en nemen dat mee naar andere regio’s. Wat ik ook heel bijzonder vind, is de actieve betrokkenheid van patiënten en burgers. Zij denken mee en geven input in ons wekelijkse overleg. Verder doen we bij alle projecten een Patiënt Effect Rapportage met waar nodig verdiepende interviews. Op die manier weten we zeker dat nieuwe vormen van zorg aanslaan.’

 

Benieuwd naar een overzicht van alle projecten? Klik dan hier.