Longkanker

Longkanker

Bij longkanker zitten er kwaadaardige cellen in de long. Die groeien door of kunnen uitzaaien naar andere plekken in het lichaam. Bij longkanker zijn verschillende behandelingen mogelijk.

 

Elk jaar wordt in Nederland bij ongeveer 10.000 mensen longkanker vastgesteld. Longkanker is in Nederland na prostaatkanker de vorm van kanker die het meest voorkomt bij mannen. Vooral bij mannen van 65 tot 80 jaar. De laatste jaren komt longkanker ook steeds vaker voor bij vrouwen. Longkanker komt het meest voor bij mensen tussen de 55 tot 80 jaar. Onder de 40 jaar is longkanker zeldzaam.

Onderzoek

Bent u door uw huisarts verwezen naar de longarts in Tergooi MC en denken we dat u longkanker heeft? Dan doet de longarts een aantal onderzoeken bij u. Daarmee onderzoekt de longarts:

  • uit welke cellen de kanker (tumor) is ontstaan
  • waar de tumor zit en hoe groot die is
  • of en hoe ver de kanker is doorgegroeid naar weefsel daaromheen
  • of er uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn of in organen ergens anders in het lichaam

Onderzoeken die het meest voorkomen

De arts doet vaak meerdere onderzoeken om meer te weten komen over de longkanker. Dit zijn de onderzoeken die het meest voorkomen:

CT-scan

Een CT-scan is een onderzoek met röntgenstraling. Met een CT-scan zijn kleine stukjes van het lichaam via een dwarsdoorsnede te zien. Bij een CT-scan ligt u op een onderzoekstafel. Deze tafel wordt door een brede ring geschoven. In deze ring zit een röntgenbuis die om u heen draait. U merkt hier niets van. Er worden meetgegevens verzameld waarvan de computer een röntgenfoto maakt. Het onderzoek duurt ongeveer tien minuten. Om de scan beter te kunnen beoordelen, krijgt u via een infuus een contrastmiddel.

MRI

Een MRI is een soort CT-scan. Alleen worden hierbij geen röntgenstralen, maar een magnetisch veld gebruikt. Hierbij ligt u in een kokervormige scanner. De longen zijn beter zichtbaar op een CT-scan, maar soms moeten we ook van andere organen een scan maken. Dat gebeurt dan vaak met een MRI.

PET-scan

Als extra onderzoek kan de arts een PET-scan doen. We kunnen daarmee actieve cellen in het lichaam opsporen. Zoals kankercellen. Kankercellen gebruiken vergeleken met normale cellen veel suiker. Voor de scan geven we u een klein beetje radioactieve glucose (suiker). Daarmee zien we op de scan op welke plekken kankercellen zitten.

Longfoto (X-thorax)

Bij een longfoto maken we een röntgenfoto van de organen in de borst, waaronder de longen. Op de foto’s worden vooral de longen, het hart en de botten afgebeeld en beoordeeld. Via een longfoto kan een tumor in de longen worden vastgesteld.

Bronchoscopie en biopsie

Bij een bronchoscopie gaat de longarts met een buigzame slang met een kijkertje (de bronchoscoop) in de luchtwegen. Zo kan hij of zij in de luchtpijpvertakkingen van de longen kijken. De luchtwegen verdoven we eerst met een spray. Soms krijgt u een roesje. Tijdens het onderzoek kan de arts via de bronchoscoop een stukje weefsel uit de tumor wegnemen (biopsie). Dat wordt onder de microscoop verder onderzocht. Zo kunnen we vaststellen of u longkanker heeft en welke soort.

CT-geleide punctie

Met een CT-scan brengen we de longtumor in beeld. Terwijl dat gebeurt, prikt de radioloog van buitenaf in de tumor. Zo verzamelt hij of zij weefsel om verder te onderzoeken. Bij dit onderzoek is er kans op een klaplong of bloeding.

Bloedonderzoek

Vaak wordt er bloed afgenomen als gedacht wordt aan longkanker. Met het bloedonderzoek kan de arts zien hoe de organen in het lichaam werken. Zoals de nieren en de lever.

Longfunctietest

Bij een longfunctietest kijken we wat de conditie van uw longen is. U ademt daarvoor in een mondstuk dat aan een apparaat vastzit. Zo kunnen we zien of de longen gezond genoeg zijn om de behandeling aan te kunnen.

Echografie

Bij een echografie of echoscopie maken we afbeeldingen van de organen in het lichaam. Dat gebeurt via de weerkaatsing van geluidsgolven.

Endo-echoscopie

Bij een endo-echografie maken we echo-opnamen ‘van binnenuit’. De arts brengt een flexibele slang via uw mond in de slokdarm, maag of luchtwegen. Aan het einde van die slang zit een echoapparaatje dat de opnamen maakt. Bijvoorbeeld van de lymfklieren, van afwijkingen in de borstkas of de bovenbuik. We kunnen ook een stukje weefsel of wat vocht weghalen voor verder onderzoek. Voor het onderzoek krijgt u een roesje. Zo merkt u er minder van.

Behandeling

Welke behandeling we kiezen, heeft onder andere te maken met het soort longkanker. Gaat het om het zogenoemde kleincellige type of om het niet-kleincellige type? Daarnaast is het belangrijk hoe groot de tumor is, waar die zit en of er uitzaaiingen zijn. In de lymfeklieren of in andere organen. Met al die informatie stellen we een behandelplan op.

De behandeling kan bestaan uit een operatie, bestraling (radiotherapie), chemotherapie, immunotherapie, biologicals of een combinatie van behandelingen. We bespreken het behandelplan vooraf met u. En ook wat mogelijke bijwerkingen zijn. Pas als alle informatie goed is besproken en u akkoord bent met het plan, starten we met de behandeling.

Behandelingen die het meest voorkomen

Operatie

Tijdens een operatie kan de arts de tumor uit uw longen weghalen. Als dat kan, doet de arts dit met een kijkoperatie. Opereren kan alleen als u geen uitzaaiingen heeft en als de tumor op een plek zit die te opereren is. Bij de operatie wordt een deel van uw longen weggehaald. Daardoor kunnen de werking van uw longen en conditie wat achteruit gaan.

Radiotherapie (bestraling)

Bij radiotherapie vernietigen we kankercellen helemaal of voor een deel door ze te bestralen. Die bestraling gebeurt van buitenaf. Soms combineren we dit met een lage hoeveelheid chemotherapie. Voor een behandeling met radiotherapie werkt Tergooi MC samen met het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam. Daar wordt de bestraling gegeven.

Chemotherapie

Bij chemotherapie krijgt u medicijnen die de celdeling van de kankercellen remt of stopt. Die medicijnen heten cytostatica. Het medicijn wordt opgelost in een grote hoeveelheid vloeistof. Via een infuus geven we dat aan u. Afhankelijk van het type tumor gebruiken we verschillende soorten chemotherapie. Soms wordt de chemotherapie als pil gegeven.

Biologicals

Soms heeft een tumor bepaalde eigenschappen waardoor deze gevoelig is voor doelgerichte therapie. Die therapie richt zich tegen een bepaalde groeifactor. Meestal gebeurt dit in de vorm van een pil. Dit soort medicijnen noemen we biologicals. U hoeft hiervoor niet opgenomen te worden en de bijwerkingen zijn meestal milder dan bij chemotherapie. Het kan alleen vaak maar door een bepaalde groep patiënten gebruikt worden. Wilt u hier mee over weten? Kijk dan op de website www.egfr-mutatie.nl.

Immunotherapie

Immunotherapie richt zich op het afweersysteem en niet op de tumor. Deze therapie zorgt dat uw eigen afweersysteem de kankercellen aanvalt.

Revalidatie

Na de behandeling zijn er in Tergooi MC verschillende oncologische (na)zorgprogramma’s. Speciaal voor patiënten met kanker of die kanker hebben gehad.

Contact