Melanoom,

huidkanker, kwaadaardige moedervlek

Wat is een melanoom?

Een melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat uit pigmentcellen (melanocyten). Pigmentcellen komen vooral voor in de huid. In groepjes bij elkaar vormen zij een moedervlek. Bij een melanoom verandert een groep pigmentcellen in kankercellen.

 

In Nederland ontdekken we per jaar meer dan 5.000 melanomen. Deze vorm van kanker komt steeds vaker voor. Het is heel belangrijk het melanoom op tijd te ontdekken en te verwijderen. Als het melanoom is verwijderd, keert de ziekte bij de meeste mensen nooit meer terug. Soms keert het wel terug en kan het zich verspreiden (uitzaaien). We meten onder de microscoop hoe dik het melanoom is. Dit noemen we de Breslow-dikte. Als het melanoom dikker is, is de kans groter dat het uitzaait.

Oorzaken van een melanoom

Melanomen kunnen overal in de huid ontstaan. Soms ontstaan melanomen in een moedervlek die u al heel lang heeft. Soms ontstaat het zonder dat eerst een moedervlek aanwezig is. Waarom iemand een melanoom krijgt, is niet echt duidelijk. Toch zijn er wel risicofactoren. Er is een grotere kans dat u een melanoom krijgt als u:

  • één of meerdere familieleden heeft die een melanoom hebben gehad;
  • op jonge leeftijd vaak verbrand bent geweest;
  • veel onder de zonnebank bent geweest;
  • een lichte huid hebt met rood of lichtblond haar;
  • meer dan 5 ‘klinisch atypische’ moedervlekken hebt;
  • meer dan 100 moedervlekken hebt;
  • een aangeboren moedervlek (congenitale naevus) hebt van 20 cm of groter;
  • eerder een melanoom hebt gehad.

Voor informatie over moedervlekken zie de patiënteninformatie over moedervlekken.

Melanoom
Een melanoom kan opvallen doordat het de enige plek is maar ook doordat hij lichter of juist donkerder is dan andere plekjes

Vooruitzichten

Dunne melanomen zijn goed te genezen. Hoe dunner, des te groter de kans op volledige genezing is. Indien de Breslow-dikte dunner is dan 0,8 millimeter, dan is de kans op uitzaaiingen zeer klein. Bij dikkere melanomen is de kans op uitzaaiingen groter. Als er alleen uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren dan is genezing nog mogelijk. Bij een uitzaaiing in andere organen is de kans op genezing klein. Patiënten overlijden uiteindelijk aan de gevolgen van de uitzaaiingen. Bij mensen met een melanoom kunnen er meteen al uitzaaiingen zijn, maar vaker komen de uitzaaiingen later.

Symptomen

Welke klachten geeft een melanoom en hoe ziet dit er uit? U kunt dit zien of opmerken als:

  • er opeens een nieuwe, opvallende donkerbruine tot zwarte moedervlek is;
  • een nieuwe of een al langer aanwezige moedervlek verandert. Bijvoorbeeld groeit, verschillende kleuren krijgt, erg donker wordt, dikker wordt of van vorm verandert;
  • een moedervlek jeukt, pijn doet, bloedt of opengaat.

Preventie

Wat kunt u zelf nog doen?

Controleer uw moedervlekken, eventueel met behulp van foto’s of iemand anders die meekijkt. Hoe vaak je dit moet doen verschilt per persoon. Vraag aan uw dermatoloog hoe vaak u moet controleren.

Herken de signalen van een melanoom

Ga naar de huisarts of dermatoloog als:

  • er een nieuwe moedervlek ontstaat, of als bestaande moedervlekken veranderen of klachten geven;
  • de huid  in de omgeving van het operatielitteken verandert;
  • lymfeklieren groter worden.

Veel patiënten hebben klachten na een behandeling van kanker. Soms veel, soms weinig. De klachten kunnen lichamelijk en psychisch zijn. Klachten kunnen snel optreden of pas later naar voren komen.

De lichamelijke klachten ontstaan door het melanoom of de behandeling van het melanoom. Psychische klachten zijn bijvoorbeeld: vermoeidheid, concentratieproblemen, angst, depressie, woede en verdriet. Er kunnen zich ook problemen voordoen op het gebied van relaties met uw partner en gezin, sociale contacten, op het werk of op financieel gebied.

Enige tijd na de behandeling van het melanoom vult u in veel gevallen een vragenlijst (de Lastmeter) in om te kijken of en welke klachten er zijn. Eventueel kunnen we u voor extra hulp doorverwijzen naar deskundigen.

Preventie en tips

Wat kunt u zelf doen om te voorkomen dat u huidkanker krijgt? Dermatoloog dr. Rutger van der Waal geeft in deze video tips voor om verstandig omgaan met de zon en het checken van je huid.

  • Geniet van de zon, maar voorkom te veel blootstelling aan zon en verbranding.
  • Laat uw huid voorzichtig wennen aan de zon.
  • Ga tussen 11:00 en 15:00 uur niet onbeschermd in de zon; zoek dan liever de schaduw op.
  • Bescherm uw huid: denk aan beschermende kleding, pet/hoed en zonnebril.
  • Smeer de onbedekte huid royaal in met anti-zonnebrandmiddel.
  • Gebruik anti-zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor (SPF > 15).
  • Herhaal het insmeren elke twee uur.
  • Smeer nog vaker bij sterke transpiratie of na het zwemmen.
  • Vermijd de zon als de huid vreemd reageert met bijvoorbeeld uitslag, jeuk of snelle verbranding.
  • Raadpleeg zo nodig een arts.

Diagnose

Hoe weet uw arts of u een melanoom heeft? De dermatoloog ziet vaak aan de moedervlek of het een melanoom is. Om dit goed te kunnen zien, gebruikt de dermatoloog een ‘dermatoscoop’. Dit is een kleine handmicroscoop.
Als de arts denkt dat u een melanoom heeft, moet de moedervlek operatief worden verwijderd. De patholoog onderzoekt daarna de moedervlek onder een microscoop. Dit onderzoek maakt met grote zekerheid duidelijk of u een melanoom heeft. Verder kijkt de patholoog onder de microscoop naar de dikte van een melanoom (Breslow-dikte).

Uitzaaiingen

Als de kankercellen in andere delen van het lichaam terechtkomen, zeggen we dat de kankercellen uitgezaaid zijn. Een uitzaaiing van een melanoom gaat meestal via de lymfebanen in de huid. De lymfebanen komen uit in de lymfeklieren. Wanneer in een lymfeklier een uitzaaiing zit, is deze meestal te voelen als een stevig bolletje onder de huid dat ongeveer 2 tot 3 centimeter groot is. Als u of uw arts een verdikte lymfeklier voelt, moet worden onderzocht of sprake is van een uitzaaiing.

Dit stellen we vast via onderzoek (echo) en eventueel prikken (punctie) in de lymfeklier. Een uitzaaiing kan zich ook verspreiden via de bloedbaan. De kankercellen kunnen dan in allerlei organen komen, zoals lever, botten en hersenen. Hoe dunner het melanoom, des te kleiner de kans op uitzaaiingen is. U heeft meer kans op uitzaaiingen naar andere organen als u een dik melanoom heeft gehad of als er uitzaaiingen naar de lymfeklieren zijn.

Behandeling

Er zijn verschillende behandelingen mogelijk:

Operatie

Een dermatoloog of chirurg verwijdert het melanoom door een operatie. U krijgt dan een plaatselijke verdoving. Als het melanoom met de microscoop is onderzocht en de dikte van het melanoom bekend is, krijgt u een tweede operatie. Rondom het litteken waar het melanoom bij de eerste operatie is verwijderd, halen we voor de zekerheid opnieuw een stukje huid met een marge rondom het litteken van ongeveer 1 of 2 centimeter weg. Hoe groot het stukje huid is dat we weghalen, is afhankelijk van de vastgestelde dikte (Breslow-dikte) van het melanoom.

Bij deze tweede operatie kan een vrij grote wond ontstaan, die we niet altijd direct dicht kunnen maken. In dat geval bespreken we met u hoe we de huid sluiten. We kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om ergens anders op het lichaam een stukje huid weg te halen en hiermee de operatiewond te sluiten (huidtransplantatie).

Onderzoek en het verwijderen van de lymfeklieren

Bij melanomen die dunner zijn dan 0,8 millimeter doen we na de eerste en tweede operatie geen verder onderzoek. De kans op uitzaaiingen is dan erg klein.

Is een melanoom dikker dan 0,8 millimeter, dan kunnen we onderzoek doen naar mogelijke uitzaaiingen naar de dichtstbijzijnde lymfeklier. Dit noemen we ook wel de schildwachtklier of ‘sentinel node’. Bij dit onderzoek gebruiken we een radioactieve vloeistof. Deze radioactieve vloeistof spuiten we in de huid op de plek van het litteken van het weggehaalde melanoom. De radioactieve vloeistof gaat naar de dichtstbijzijnde lymfeklier. Zo vinden we dus de schildwachtklier. Daarna verwijderen we deze klier en onderzoeken we het weefsel op uitzaaiingen. Als we in deze klier geen uitzaaiingen vinden, is de kans op uitzaaiingen in de andere lymfeklieren zeer klein. Als we wel uitzaaiingen vinden, moeten we alle lymfeklieren in de directe omgeving verwijderen. Ook kunnen we overwegen immunotherapie te starten. Dan moet de tumor wel geschikt zijn voor deze therapie. Na het verwijderen van een of meer lymfeklieren kunt u echter problemen krijgen. Bijvoorbeeld:

  • moeilijker bewegen van een arm of been
  • verlies van kracht
  • pijn
  • minder gevoel
  • vochtophoping op 1 plek (lymfoedeem)

Als zich vocht ophoopt, wordt de arm of het been dikker. Het kan zwaar en moe aanvoelen. Lymfoedeem manifesteert zich soms snel na de operatie, maar meestal pas maanden of jaren erna. Manuele lymfedrainage (een soort massage) of compressietherapie in combinatie met elastische kousen of zwachtels kunnen helpen om de lymfe beter af te voeren. Het oedeem neemt dan af.

Verdere behandeling

Als er geen uitzaaiingen zijn, geven we na de operaties geen andere behandelingen meer. Als er wel uitzaaiingen zijn, kunnen we kiezen voor chemotherapie, immunotherapie of radiotherapie. Uw arts bespreekt dit dan met u.

Na de behandeling

Controle

Wanneer terugkomen voor controle bij uw arts?

  • Maak bij klachten altijd op korte termijn een afspraak voor controle.
  • Als u een dun melanoom heeft gehad (Breslow-dikte dunner dan 0,8 millimeter), komt u meestal 1 keer voor controle terug bij uw arts. Dit gebeurt 1 tot 3 maanden ná de behandeling. De dermatoloog legt u dan uit hoe u uw huid en lymfeklieren zelf kunt onderzoeken.
  • Hoe vaak en welke periode u voor controle moet komen, hangt af van de dikte van het melanoom. Meestal is dit in het begin (bij een melanoom met een dikte van meer dan 0,8 millimeter) een paar keer per jaar. Na enige tijd 1 of 2 keer per jaar.
  • Bij de controles is het niet nodig dat we röntgenfoto’s, echo’s of scans laten maken. Dit doen we alleen als er een speciale reden voor is.

Meer informatie

Contact met mensen die ook behandeld zijn voor een melanoom (lotgenoten) en verdere informatie kunt u ook krijgen via de patiëntenorganisatie voor mensen met een melanoom (www.stichtingmelanoom.nl).

Vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neemt u dan tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Dermatologie, T 088 753 11 20. Deze folder is gebaseerd op een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (www.nvdv.nl).