Cuff-ruptuur (peesscheur schouder)
Een cuff ruptuur is een scheur in de pees van de schouderspieren. Het komt vaker voor op latere leeftijd. Dit geeft pijn in de schouder en bovenarm.
Bewegen van de schouder en de arm is een complex proces. Diverse spieren zijn hiervoor verantwoordelijk. Onder de grote oppervlakkige spier (Deltoïdeus) ligt een groep van vier spieren die samen de ‘rotator cuff’ vormen. Deze groep is essentieel voor het bewegen van de schouder en kan veel problemen geven.
De spieren eindigen in pezen. Via de pezen zijn de spieren verbonden aan het bot. Deze pezen kunnen ontsteken, slijten en scheuren. Er zijn diverse soorten scheuren. Bij het maken van een behandelplan is naast het type scheur ook de kwaliteit van het peesweefsel belangrijk.
Oorzaken
Er zijn twee oorzaken te benoemen. Ook een mengvorm komt vaak voor.
Acute scheur
Degeneratieve scheur
Klachten
Een gescheurde pees kan diverse klachten geven.
- Meestal is dat pijn. De pijn kan in rust optreden, vooral ’s nachts, en bij bepaalde bewegingen.
- De schouder kan klikken.
- De pijn zit vaak net onder de schouder aan de buitenzijde van de arm.
- De kracht in de arm is vaak verminderd.
- Bovenhandse activiteiten worden langzaam lastiger.
- In het uiterste geval kunt u de arm helemaal niet meer heffen.
Een scheur die ontstaan is door slijtage, bestaat vaak al jaren voordat er klachten ontstaan. Als er klachten zijn, kunnen die in loop van de jaren op en neer gaan. Een acute scheur is meestal pijnlijk en treedt op direct na het trauma.
Onderzoek
Als uw huisarts u verwijst naar een orthopeed, onderzoekt die u verder.
- De orthopeed vraagt naar de aard van uw klachten, wanneer ze zijn ontstaan, of de pijn erger is geworden en of u hiervoor eerdere behandeld bent.
- Bij het lichamelijk onderzoek kijkt de orthopeed naar de beweeglijkheid van de schouder en de functie van de spieren in de schoudergordel. Vervolgens wordt een röntgenfoto, echografie en soms een MRI-scan gemaakt.
- Zo krijgen we een beeld van de kwaliteit van de verschillende pezen en kan een behandelplan worden gemaakt.
Behandeling
Er zijn verschillende behandelmogelijkheden:
Fysiotherapie
Injectie met corticosteroïden
Omgekeerde schouderprothese
Operatie
Operatie
Voorbereiding op operatie
Vóór de opname in het ziekenhuis krijgt u een afspraak bij de pre-operatieve polikliniek. Daar doen we een algemeen onderzoek plaats naar uw gezondheid en informeert een anesthesiologie-assistent u over de verdoving en narcose. soms doen we bloedonderzoek, maken we een hartfilmpje en heeft u een gesprek met de anesthesioloog. Tijdens dit gesprek bespreekt de anesthesioloog de gezondheidsproblemen die van invloed kunnen zijn op uw verdoving.
Operatie
- De operatie doen we onder narcose. Vooraf krijgt u van de anesthesioloog een verdoving bij de zenuw naar de schouder en arm. Die verdoving verlamt de arm en neemt de pijn weg gedurende 12 tot 18 uur.
- Het hechten van de pees of pezen kunnen we afhankelijk van de situatie op twee manieren uitvoeren: ‘open’ via een snede aan de zijkant van de schouder of via een kijkoperatie met een aantal kleine sneetjes.
- De pees zetten we aan de zijkant van de schouderkop vast met botankers. De kwaliteit van de pees bepaalt of we deze hechting succesvol kunnen uitvoeren.
- Als de verdoving is uitgewerkt, krijgt u van de verpleegkundige op de afdeling pijnstilling. Deze operatie kan behoorlijk wat pijnklachten geven. Voor ontslag uit het ziekenhuis krijgt u van de fysiotherapeut een oefeningen mee voor de eerste weken. De pijn wordt in de loop van de weken minder.
Na de operatie
- De pees hangt de eerste weken na de operatie alleen aan hechtdraden. U mag uw schouder die eerste weken na de operatie daarom niet belasten.
- Een sling ondersteunt de eerste weken uw arm. U bent daardoor behoorlijk beperkt in uw dagelijkse activiteiten. Dit heeft invloed op uw werk. U mag hier bijvoorbeeld niet mee autorijden. Ook fietsen is niet toegestaan.
- Wel moet u met passieve oefeningen proberen de schouder beweeglijk te houden. Kijk voor meer informatie op: https://www.tergooi.nl/patienteninformatie/oefenprogramma-na-uw-schouderoperatie/, fase 1.
- Ongeveer 2 weken na de operatie volgt een controle afspraak met uw specialist, waarin u ook een verwijzing naar een gespecialiseerd fysiotherapeut ontvangt. De fysiotherapeut helpt u bij het herstel. Deze begeleiding duurt vier tot zes maanden.
- De snelheid waarmee u mag revalideren wordt bepaald tijdens de operatiedoor de orthopeed en hangt vooral af van de grootte van de scheur en de kwaliteit van de pees.
- Waarschijnlijk is het zo dat uw schouder de eerste vier weken alleen passief bewogen mag worden, daarna mag u het steeds meer zelf doen.
Herstel en complicaties
Het herstel na de operatie kan lang duren. De eerste weken is de schouder vaak pijnlijk. Soms zien we dat zelfs een jaar na de operatie de klachten nog minder kunnen worden.
Zoals bij elke operatieve behandeling is er een kans op complicaties. Naast algemene complicaties, zoals nabloeding, infectie en trombose, zijn er de voor de schouder specifieke complicaties, zoals:
- stijfheid (frozen shoulder);
- het niet vastgroeien van de pees;
- spierzwakte;
- beschadiging van bloedvaten of zenuwen in het operatiegebied.
Neem in de volgende gevallen contact op met de behandelend arts:
- als de wond gaat lekken;
- als de wond dik of rood wordt en/of meer pijn gaat doen;
- als de arm pijnlijk of dik wordt.