Plaveicelcarcinoom

Plaveiselcelcarcinoom

Plaveiselcelcarcinoom van de huid is een kanker van de huid. Het begint in de bovenste laag van de huid en kan zich soms uitbreiden naar andere delen van het lichaam.

 

Als de plek helemaal weg is zullen bijna nooit problemen ontstaan. Het plaveiselcelcarcinoom kan zich uitzaaien (verspreiden) naar de lymfeklieren of andere delen van uw lichaam. Het risico hier op is het grootst bij grote plekken op de oren en de lippen. Als er uitzaaiingen zijn heeft u meer behandelingen nodig (snijden of bestralen) en soms moet u ook medicijnen slikken (chemotherapie). Iemand kan overlijden door een plaveiselcelcarcinoom dat in het lichaam is uitgezaaid.

Oorzaak

De belangrijkste oorzaak is vaak en lang in de zon zitten. Het plaveiselcelcarcinoom komt vooral voor op de plekken van de huid waarop veel zonlicht komt. Mensen met een lichte huidskleur hebben een groter risico om plaveiselcelcarcinoom te krijgen dan mensen met een donkere huidskleur.

Voordat een plaveiselcelcarcinoom ontstaat zijn er vaak eerst ruwe rode vlekjes op de huid. Deze vlekjes heten actinische keratosen. Actinische keratosen kunnen na lange tijd in plaveiselcelcarcinoom veranderen. Andere mogelijke oorzaken van het plaveiselcelcarcinoom zijn:

  • Wonden aan benen die niet over willen gaan (open benen).
  • Huidziekten die lang bestaan (ontstekingen).
  • Het langdurig slikken van medicijnen door iemand die een orgaan van iemand anders heeft gekregen (transplantatie van bijvoorbeeld een hart, long of nier). Deze medicijnen moet men blijven slikken om te zorgen dat de nieuwe organen blijven werken.
  • Littekens van brandwonden of plekken die bestraald zijn voor een kanker in het lichaam.
  • Roken.

Symptomen

Het plaveiselcelcarcinoom ziet er uit als een kleine bult die de kleur van de huid heeft of lichtrood is. Het voelt ruw aan. De bult wordt langzaam groter en kan een grote bult worden. Soms doet de bult pijn, maar meestal niet. Een plaveiselcelcarcinoom kan er ook uitzien als een kleine wond die langzaam groter wordt. Het plaveiselcelcarcinoom kan overal op het lichaam voorkomen. Meestal op de hoofdhuid, de oren, het gezicht, de lippen, de onderkant van de armen, de bovenkant van de handen en op de benen.

Diagnose

De arts kan aan de huiduitslag zien dat u plaveiselcelcarcinoom heeft. Soms wil de arts zeker weten of er geen sprake is van een andere huidaandoening. Dan zal de arts een klein stukje huid afnemen (biopt). Voor het verwijderen wordt de huid plaatselijk verdoofd. De arts onderzoekt of u mogelijk meer plaveiselcelcarcinomen heeft en voelt of de lymfeklieren vergroot zijn. Als er een groot risico is dat het plaveiselcelcarcinoom zich naar andere delen van uw lichaam heeft uitgezaaid, is verder onderzoek noodzakelijk.

Behandeling

Snijden/excisie

De arts (huidarts of (plastisch) chirurg) snijdt het plaveiselcelcarcinoom meestal weg. Uw huid wordt van tevoren op de plek waar de arts snijdt verdoofd met prikjes in en rondom de plek. Om zeker te zijn dat de plek helemaal weg is, wordt het weggenomen stukje huid altijd in het laboratorium onderzocht. Als het plaveiselcelcarcinoom niet helemaal weg is, moet de arts nog een keer rondom de plek snijden.

Bestralen

Bestraling (radiotherapie) is een behandeling die ook een goed resultaat geeft. De bestraling van huidkanker gaat niet diep in de huid. U krijgt weinig of geen bijwerkingen. Bestraling moet meerdere keren gebeuren.

Controle bij plaveiselcelcarcinoom

Na de behandeling wordt uw huid vijf jaar lang regelmatig gecontroleerd. Dit gebeurt om te kijken of het plaveiselcelcarcinoom niet is teruggekomen of zich naar andere plekken in het lichaam heeft uitgezaaid. Ook wordt de rest van het lichaam gecontroleerd om te kijken of er geen andere nieuwe plaveiselcelcarcinomen bijgekomen zijn. Uw arts onderzoekt uw huid of er actinische keratosen zijn. Die worden behandeld om verandering naar plaveiselcarcinoom tegen te houden.

Preventie en tips

 

Wat kunt u zelf doen om te voorkomen dat u huidkanker krijgt? Dermatoloog dr. Rutger van der Waal geeft in deze video tips voor om verstandig omgaan met de zon en het checken van uw huid.

  • Geniet van de zon, maar voorkom te veel blootstelling aan zon en verbranding.
  • Laat uw huid voorzichtig wennen aan de zon.
  • Ga tussen 11:00 en 15:00 uur niet onbeschermd in de zon; zoek dan liever de schaduw op.
  • Bescherm uw huid: denk aan beschermende kleding, pet/hoed en zonnebril.
  • Smeer de onbedekte huid royaal in met anti-zonnebrandmiddel.
  • Gebruik anti-zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor (SPF > 15).
  • Herhaal het insmeren elke twee uur.
  • Smeer nog vaker bij sterke transpiratie of na het zwemmen.
  • Vermijd de zon als de huid vreemd reageert met bijvoorbeeld uitslag, jeuk of snelle verbranding.
  • Raadpleeg zo nodig een arts.