Eefje zorgde voor

coronapatiënt

21 maart 2020

Verpleegkundige Eefje Hovius: “Op de been blijven nu om voor anderen te kunnen zorgen.”

Eefje verzorgde eerste coronapatiënt in Tergooi

Ze weet dat het telefoontje met dé vraag een keer gaat komen. Op een vrijdagavond is het zover. Of ze haar dienst de volgende dag op de afdeling urologie wil omruilen voor een dagdienst in Hilversum. Om te zorgen voor de eerste coronapatiënt in Tergooi. Verpleegkundige Eefje Hovius (40) uit Baarn twijfelt geen moment. “Ineens is het coronavirus geen ’ver-van-mijn-bedshow’ meer. Spannend, maar hier zijn we voor opgeleid. Dit kunnen we aan. Dit doen we.” Dit vertelt Eefje in het interview dat de Gooi en Eemlander met haar hield.

 

Eefje Hovius is een van de zorgtoppers waar Nederland deze week massaal voor applaudiseerde. Ze werkt letterlijk in de frontlinie. Van top tot teen in beschermende kleding. “Ik ben wel wat gewend, verzorg vaak hele zieke mensen, maar dit is een onzichtbare vijand die we nu bestrijden.” Wat betekent dat voor de beroepsgroep waar de komende weken een grote druk op komt te liggen? Hoe ervaren zij deze crisis?

Ziekenhuis Tergooi staat in de startblokken voor de coronagolf die eraan komt. Zes patiënten liggen er vrijdag 20 maart op de IC aan de beademing. Zo ziek was de vrouw die Eefje onder haar hoede kreeg niet, zij is inmiddels ontslagen uit het ziekenhuis en gaat de goede kant op.

Angst

Hoe ernstig de situatie is weet de flex-verpleegkundige, die al twintig jaar in Tergooi werkt, niet op het moment dat ze gebeld wordt. “Ik was even stil toen de vraag kwam. Het is geen moment in me opgekomen om de dienst te weigeren. Ik heb de eed afgelegd waarin je belooft goed voor een patiënt te zorgen. Natuurlijk schoot er wel van alles door mijn hoofd. Ik heb ook geliefden om me heen, mijn familie, mijn man en die wil je niet besmetten. Die angst is er ook wel een beetje.”

“We zijn de afgelopen weken heel goed voorbereid door Tergooi op de komst van de coronapatiënten. Veel informatiebijeenkomsten en webinars gehad met heel veel details. De beelden van de ziekenhuizen in Italië ken ik ook natuurlijk, maar ik heb me ook wel een beetje daarvan afgesloten de laatste dagen. Ik wil me niet gek laten maken.”

Spatbril

Na een rusteloze nacht meldt Eefje zich zaterdagochtend in Tergooi. Een collega van de nacht vangt haar op. “Dat is fijn. Even praten met elkaar, de situatie doornemen. Dan ga je je beschermende kleding aantrekken. Een geel schort tot de schenen met lange mouwen, handschoenen, muts, masker en spatbril op. Samen zijn we naar de sluiskamer van de patiënte gegaan. Door het raampje in de tweede deur zag ik de patiënte liggen. Ze lag te slapen. Ik heb geklopt en me door de ruit voorgesteld. Zodat ze even kon wennen aan een nieuw gezicht. Fijn om haar in de ogen te kunnen kijken.”

Bonkend hart

Met bonkend hart stapt Eefje de kamer binnen. Daar glijdt alle spanning van haar af en gaat ze aan de slag zoals ze dat al twintig jaar doet. Hier ligt een patiënt die haar zorg en steun hard nodig heeft, realiseert ze zich. “Ze lag niet aan de beademing, maar was heel moe. Ik heb veel tijd genomen voor haar. Ben een paar keer extra gaan kijken, heb gesprekken gevoerd. Ze lag daar natuurlijk alleen. Haar kinderen en kleinkinderen konden niet op bezoek komen. Die waren allemaal ziek thuis. Ze had veel vragen. Met haar dochter heb ik die dag telefonisch contact gehad. Ook zij had behoefte aan antwoorden. Ze waren zo dankbaar voor onze hulp.”

Trots gevoel

Met een trots gevoel gaat Eefje Hovius na haar dienst naar huis. “Ik heb bij kunnen dragen aan haar herstel, zo voelt dat. Ook al is het maar een klein beetje. Dit is de mooiste baan van de wereld. In een crisis zoals nu kun ik echt iets betekenen voor patiënten.” Ze liep woensdagavond in haar woonplaats Baarn op straat toen er klokslag acht uur geklapt werd voor alle zorgmedewerkers. “Ik was vrij nuchter over het initiatief maar toen ik dat applaus hoorde was ik ontroerd. Die saamhorigheid die nu ontstaat is zo mooi.”

De verpleegkundige weet dat er drukke en spannende tijden aankomen voor haar en alle collega’s van Tergooi. “Ik ben goed voorbereid. De laatste weken heb ik goed mijn rust gepakt, ik ga op tijd naar bed, eet extra fruit en leef heel gezond. Ik moet nu op de been blijven om voor anderen te kunnen zorgen.”


Dit artikel verscheen op 21 maart 2020 in de Gooi en Eemlander en is geschreven door Susanne van Velzen.

Deel dit bericht:

E-mail nieuwsbrief